Met deze vertalng van 'Eustace Chrisholm and the works' (1967) van James Purdy wordt een van de hoogtepunten uit de naoorlogse romanliteratuur binnen ieders bereik gebracht. De vertaler heeft zich beijverd de weerbarstige, ironische stijl van het origineel zo goed mogelijjk in het Nederlands te bewaren. Met deze roman zal James Purdy, die na de uitgave van zijn verhalenbundel 'Kleur van duisternis' in Nederland geen onbekende meer mag heten, ook de Nederlandse lezer duidelijjk bevestigen dat Edith Sitwell hetm indertijd met reden 'een van de grootste ficite-schrijvers in onze taal' heeft genoemd.
Men zou hem een alchemist kunnen noemen, die van magische en diepte-psychologische elementen een wrede fabel smeedt, aan gene zijde van de moraal. Zijn figuren zijn slachtoffer - van hun biografie, van hun tijd, maar vooral van hun erotiek - en tenslotte is het alleen Eustace zelf die een twijfelachtige nooduitgang vindtals hij in de slotalinea van de roman 'met een soort verslindende liefde' zich met zijn vrouw Carla verzoent. Voor Daniel Haws, de nurkse kostbaas die zijn liefde voor het verblindend schone zorgenkind Amos met alle geweld wilde verloochenen, eindigt het avontuur met een quasi-noodzakelijke zelfmoorde à deux; nadat Amos op een ellendige manier om het leven is gekomen, een ongeluk waaraan Eustace schuldig was, kwijt Amos' rampzalige tegenhanger Stadger, een meedogenloze legerofficier, zich van de taak Daniel te straffen; in deze dodelike beproeving gewordt Daniel dan eindelijk met een opperste masochistische wellust zijn verlossing.