Dr. G. Ubbink, geboren in 1900, studeerde en promoveerde aan de theologische faculteit van de Vrije Universiteit te Amsterdam, werd dominee in de Gereformeerde Kerken en later in het Hersteld Verband. In 1943 begon hij met de studie van de psychologie.
Het eerste boek over het geloof, dat hij na zijn promotie schreef, was: 'Wat gelooft een christen?' (1942). Nu, meer dan dertig jaar later, verschijnt zijn 'De wondere wereld van het geloof. Dus weer een boek over het geloof, maar van een geheel ander karakter. In het eerste boek gaat het vooral over de inhoud van het geloof, in het laatste over de vele aspecten als even zovele geheimen van het geloof. Het laatste boek is actueler. De ondertitel is: 'Wat blijft bij alle veranderingen de kern van ons geloven?' Ook in dit boek gaat het over de geloofsinhoud, maar wij staan met dit boek midden in de wereld van onze tijd met haar bijzondere problemen. Ubbink gaat zijn eigen weg. Slechts zeiden wordt de naam van een theoloog genoemd. Men kan hem bij geen enkele groep indelen. Hij bezint zich in gesprek met ons op de vraag wat het voor ons nu en hier inhoudt te geloven. Conservatieven. zullen hem, wat de bijbelbeschouwing aangaat, te progressief vinden, progressieven zullen hem stellig, wat de politieke en sociale problemen betreft te behoudend vinden. Zijn boek is het getuigenis van een gelovende, die theoloog en psycholoog is, maar er niet over denkt het geloof te 'vertheologiseren' of te 'verpsychologiseren'. Hij wil en kan het evenmin 'verhumaniseren'. Een boek voor de gemeente, ook voor de eenvoudigen in de gemeente. Ubbink denkt niet voor ons, maar geeft ons te denken. Hij spreekt niet over God op zich, maar altijd relationeel over God en ons. In de wondere wereld van het geloof valt niet vrijblijvend te leven. Daarom heeft deze wereld haar grenzen, al kunnen die niet door kerkelijke instanties voor altijd en iedereen gefixeerd worden. Ubbink laat ruimte voor vragen en is niet zo bang voor antwoorden, die niet de zijne zijn, ruimte dus ook voor tegenspraak, al tracht hij altijd tot samenspraak te komen. Een boek van een man van wetenschap, tegelijk van een gelovig man, behorende tot de gemeente, het resultaat van een wetenschappelijke bestudering van en een gelovige omgang met de bijbel. Een pleidooi, niet voor een zielig restgeloof, maar voor een bezielend kerngeloof.