Bekroond met de gouden griffel 1973. Heeft wat sleetsheid aan de randen van het boek.

Michiel is 15 als de laatste Oorlogswinter aanbreekt. In zijn huis zitten mensen uit allerlei verre plaatsen die eten komen kopen voor hun uitgehongerde familie. Dirk, een goede vriend en de buurjongen van Michiel, geeft Michiel op een dag een geheime brief. Kort daarna wordt Michiel zijn vader opgepakt en naar de kazerne gebracht, later hoort hij dat zijn vader is geëxecuteerd door de Duitsers. Daarna worden Dirk en de persoon waar Michiel de brief aan moest geven opgepakt. Michiel weet geen andere oplossing dan de brief te openen en hem te lezen en daarna te verscheuren. In de brief vraagt Dirk aan de lezer om voortaan te zorgen voor een piloot die hij tot nu toe verborgen hield in het Dagdaliger bos. Michiel doet dit dan ook. De piloot is echter ernstig gewond en die wond moet verzorgd worden. Als de wond van jack niet beter wordt vraagt hij aan zijn zus, Erica om te helpen omdat zij een verpleegster is. Erica en Jack worden verliefd op elkaar. Later wanneer Oom Ben bij de van Beusekoms op bezoek is verteld Michiel hem over Jack. Als blijkt dat Oom Ben slechte bedoelingen heeft vraagt Michiel zich af wie hij wel kan vertrouwen en wie niet? Hij komt hier achter als Oom Ben op het punt staat Jack over te leveren aan de Duitsers. Hij levert Oom Ben dan af aan Meester Postma. Wanneer ze op weg zijn naar het dorp vliegen er enkele Engelse vliegtuigen over hen heen. Michiel kan zich nog net redden, maar Oom Ben ontsnapte en werd geraakt door een kogel van het Engelse vliegtuig. Als Michiel en Meester Postma terug komen in het dorp zijn de bevrijders er al.