De joods-christelijke ontmoeting, zoals die vooral na de Tweede Wereldoorlog tot stand gekomen is, is één van de meest verrassende en veelbelovende ontwikkelingen in kerk en theologie. De vragen die in deze ontmoeting door joden gesteld worden, raken het hart van de christelijke identiteit. Voor het besef van christenen is vooral de christologie in het geding, het denken over de betekenis van Jezus Christus. De auteur die in Israël en in Nederland 17 jaar werkzaam is geweest in de ontmoeting van joden en christenen wil met deze studie een bijdrage leveren aan de noodzakelijke bezinning.
Vragen als de volgende komen aan de orde: Wat is de betekenis van het jood-zijn van Jezus voor de christologie? Gelooft de kerk in een door God opgewekte en verhoogde jood? Zijn er twee wegen naar het heil, één voor Israël en één voor de kerk? Kan het nee van Israël tegen Jezus Christus tegelijk een ja tegen God zijn? Wat is het nieuwe dat Jezus in de wereld heeft gebracht? Hoe hebben christenen als 'mensen van de weg' vorm gegeven aan de weg van Jezus in de wereld? Heeft de anti-joodse christologie van de kerk mede de weg geplaveid naar Auschwitz?
In dit boek is getracht de contouren te tekenen van een christologie die vrij is van anti-judaïsme en van triomfalisme. Deze heroriëntatie staat met name in de context van de hedendaagse ontmoeting tussen joden en christenen. Maar er is ook geluisterd naar stemmen uit de bevrijdingstheologie, uit de feministische theologie en uit de charismatische beweging.