Op HBO-niveau gespecialiseerde werkers en leidinggevenden in de sociaal-agogische beroepen kunnen in hun beroepsuitoefening veelal niet terugvallen op een omschreven beroepscode. Wel krijgen zij in hun werk te maken met ethische dilernma's, ook omdat zij in de organisatie zelfstandig analyseren, plannen opstellen en inbreng hebben in het opstellen van beleid. Dit boek wil HBO'ers van studierichtingen voor sociale en pedagogische hulpverlening (SPH) inleiden in beroepsethiek. De auteurs baseren zich hiervoor op literatuur Ker e ischa thema's, op aanzetten die in enkele sectoren van de SPH en Get ten beroepen zijn gegeven voor een beroepscode, en vooral op de praktijktheorie die in het werkveld is ontwikkeld. Door begripsverhelderingen en door de kennisname van enkele ethische denkwijzen krijgt de lezer de instrumenten om praktijksituaties te analyseren en om de vele casussen te bewerken. Het belangrijkste instrument daarvoor is een stappenplan, een model dat in vele jaren onderwijs zijn nut heeft bewezen. Het eerste deel van het boek beschrijft het morele verschijnsel, vormen van ethische reflectie en een model voor de ethische discussie (het stappenplan). Daarna komen beroepsethiek en beroepscodes aan de orde. Het respect, met name voor de zelfbeschikking van de cliënt staat daarbij centraal. In het tweede gedeelte wordt dit voor de verschillende gebieden van de SPH uitgewerkt en toegepast op aspecten van de beroepsuitoefening, zoals dossiervorming en omgang met intimiteit, ouderenzorg, intercultureel werken en management.