Het Tweede voorleeswoordenboek is een bijzondere combinatie van een voorleesboek en een woordenboek. Het is een voorleeswoordenboek. Het is geschreven voor kinderen van 4 jaar en ouder. Kleuters beginnen vaak al - bijna filosofische - vragen te stellen over de betekenis van woorden. Voor volwassenen zijn die woorden vanzelfsprekend, maar in de praktijk valt het niet mee om hun betekenis aan kinderen uit te leggen. Want wat is nu precies 'beleefd'? Wat is 'geluk'? En wat is 'natuur'?

In dit woordenboek vindt u juist die moeilijk uit te leggen, vaak abstracte woorden. Woorden die gevoelens aanduiden, zoals 'angst' en 'verliefd' en woorden, die dingen of gebeurtenissen beschrijven, die je niet zomaar kunt aanwijzen of na kunt doen, zoals 'adopteren', 'buitenland' en 'expres'.

Het Tweede voorleeswoordenboek bevat 1.000 van die moeilijk uit te leggen woorden, geclusterd rond 300 hoofdtrefwoorden. Daarnaast worden in de verhaaltjes subtrefwoorden gemarkeerd: per hoofdtrefwoord worden één tot vijf begrippen in samenhang aangeboden. Bij het trefwoord 'nep' worden bijvoorbeeld ook de begrippen 'alsof', 'echt' en 'lijken' gegeven. Bij ieder cluster van hoofdtrefwoord met subtrefwoorden hoort een verhaaltje of een versje waarin de betekenis van de begrippen duidelijk wordt gemaakt. Daarbij staat steeds een tekening, die het verhaal of versje ondersteunt, een doe- of denktip, die de voorlezer helpt om samen met het kind nog wat dieper in te gaan op het begrip en een definitie, die nog eens kort en bondig de betekenis van het trefwoord samenvat.