Een Terschellinger zeilvaartkapitein vertelt het verhaal van Sies Jans Rotgans (1805-1857): een op het Friese vasteland geboren telg van een van Terschelling afkomstig zeevaartgeslacht. Als tienjarige knaap ging Sies Jans al met zijn vader mee naar zee. Hij leerde het zeemansvak aan boord, klom op tot stuurman en werd als jonge dertiger gezagvoerder van de schoenerbrik Egmond. Rotgans heeft in zijn loopbaan het commando gehad over diverse zeilschepen van de Amsterdamse rederij Gebr. Hartsen. Ze voeren voornamelijk tussen Amsterdam en Nederlands-Indië. Vanaf zijn vroege jeugd heeft Sies Jans zijn leven op zee en op het Waddeneiland Terschelling vastgelegd. Hij beschreef waar hij heen ging, wat er aan boord en in havens zoal gebeurde en ook hoe het thuis met zijn gezin was gesteld. Hij noteerde dat allemaal in een schrift, met de titel 'Reizen en lotgevallen van Sies Jans Rotgans'. Het interessante levensverhaal van deze zeeman staat integraal in dit boek; aangevuld met een nadere uitleg over allerlei zaken die Rotgans heeft aangeroerd. In het hoofdstuk 'Terschelling en de zee' komt de veelzijdige maritieme betekenis van het Waddeneiland aan de orde. Scheepstekenaar Jacob Spin (een tijdgenoot van Sies Jans) heeft diverse zeilschepen waarop Rotgans heeft gevaren, vereeuwigd. In het hoofdstuk 'Jacob Spin en de scheepsrampen' worden de betekenis van deze beroemde scheepstekenaar en zijn grote artistieke kwaliteiten duidelijk. Sies Jans Rotgans overleed in juli 1857 in een hotel in Saint John, in het huidige Canada. Hij was in deze havenplaats voor de inspectie van een schip dat daar voor zijn rederij in aanbouw was. De Terschellinger zeilvaartkapitein werd slechts 51 jaar oud.