- Azië en de Indonesische archipel. Het beschrijft de gebeurtenissen tussen 1595, het jaar dat de eerste Nederlanders op de kusten van het eilandenrijk landden, en 1949, toen Nederland de soevereiniteit aan Indonesië overdroeg.
Het boek heeft drie rode draden: de handel, de politiek en het dagelijks leven. In dit werk, dat geschreven is voor een breed publiek, hebben de nieuwste inzichten van de koloniale geschiedschrijving een plaats gekregen.
De waaier van het fortuin gaat in op belangrijke vragen, als: wat is er over van de Nederlandse aanwezigheid in Indonesië en, omgekeerd, wat is de erfenis van deze vroegere kolonie in Nederland?

Dr. J. de Jong heeft zich de ambitieuze opdracht gesteld de geschiedenis van de kolonie Nederlands-Indië te beschrijven van de eerste aankomst in Indië (1596), via de VOC-periode (1602-1799) naar de staatkundige kolonie die na de Japanse bezetting (1942-1945) en een bitter dekolonisatieconflict in 1949 overging in de onafhankelijke Republik Indonesia, met als epiloog het geschil om Nieuw-Guinea, dat pas in 1962 werd overgedragen. Dit boek is geen compilatiewerk, maar een originele, vaak prikkelende, soms controversiële studie die op geslaagde en evenwichtige wijze politieke, economische en culturele (vooral over de Indische mengcultuur) geschiedschrijving en analyse verenigt. Hoewel de nadruk ligt op het Nederlandse koloniale beleid en de Nederlandse daden komt de Indonesische gekoloniseerde ruimschoots aan de orde. De Jong heeft de relevante literatuur, met recent de nodige nieuwe visies, op basis van eigen kennis verwerkt. Na tien jaar studie en schrijfwerk heeft hij een boek afgeleverd dat zonder twijfel als integraal werk over de gehele Nederlandse aanwezigheid in Indië al zijn voorgangers overtreft. Met zwartwitfoto's.