Vogelliefhebbers zijn er in grote getale. De meesten daarvan stellen hun eisen niet hoog: het observeren van 'hun tuinvogels' vinden ze sowieso al leuk en interessant. De praktijk leert dat bij deze groep de behoefte sterk leeft om de vogels in hun directe omgeving te fotograferen, maar niet goed weet hoe dit aan te pakken
Dit handzame boek laat zien hoe men te werk moet gaan. Zonder ingewikkelde toestanden of dure camera's. En hoe men met de combinatie van camera en verrekijker fraaie close-upbeelden kan maken.

Recensie:
Auteur is als vogel- en natuurfotograaf verbonden aan Vogelbescherming Nederland. Het boek bevat per tuinvogelsoort - van huismus tot sperwer - een omschrijving van de vogel en wanneer (seizoen) en waar (bos, stad) je een vogel kunt aantreffen voor de camera. Veel tips over het voedsel waar de tuinvogels op af komen. Zo eten merels graag rotte appels en eten koolmezen op een vaste plek hun zaden op. Er zijn tips over het fotostandpunt - op hoogte van de voedertafel of juist op de grond - en bij kauw en ekster blijkt de belichting belangrijk. Ook wordt ingegaan op het gedrag van vogels en op een vogelvriendelijke tuin. De werking van verschillende (digitale) camera's, verrekijkers en telescopen wordt uitgebreid behandeld. Met een digitale compactcamera en een verrekijker kun je al een goede close-up foto maken, al moet je wel even oefenen. Verder informatie over de opstelling in de tuin, over statiefgebruik en over de verwerking van de foto's. De heldere tips en de prachtige grote kleurenfoto's zetten aan om direct aan de slag te gaan in eigen tuin, hoe klein die ook is.

(NBD|Biblion recensie, Lisette Eindhoven)