Dit boek werpt een nieuw licht op de beginfase van de ontwikkeling van de Cobraschilder Eugène Brands (1913 - 2002). Niet alleen als schilder maar ook als schrijver stortte hij zich in die periode op het experiment. Tot nu toe verborgen gebleven bronnen en groten deels onbekend werk vormen het uitgangspunt van dit boek, geschreven door Willemijn Stokvis. In het isolement van de jaren van crisis en bezetting kwam Brandes tot abstracte en surrealistische experimenten. Zijn toekomstige Cobramakkers Appel en Corneille raakten daar zeer van onder de indruk. Brands' succes direct na de oorlog droeg er ongetwijfeld toe bij dat hij vanaf 1947 de somberheid van de bezettingsjaren achter zich kon laten, en nadien losbarstte in een vitale expressionistische uitdrukkingswijze in warme kleuren. Een reeks assemblages, de zogenaamde reliëfs, die hij in die periode maakte vormt daarin een uitzonderlijk hoogtepunt.

De Nederlandse kunstenaar Eugene Brands (1913-202) liet een schat aan vroeg werk na dat in eerder publicaties niet was opgenomen. Zijn grote veelzijdigheid als kenner van etnische muziek en primitieve kunst, en als kunstenaar in tekeningen, schilderijen, collages, assemblages en reliefs, waarmee hij veel indruk maakte in de Experimentele en Cobra-groep, wordt daarmee bevestigd en nog uitgebreid met poezie, proza, lichttekeningen, fotomontages en surrealistisch werk op papier. De auteur, die in 1973 promoveerde op de Cobra-beweging, deed nu grondig onderzoek naar die vroege periode tot 1950. Zij noemt de reeds bekende reliefs als hoogtepunt en ziet de vroegere experimenten als inspiratiebron en voorbereiding, zonder een speciaal oordeel over de kwaliteit. Het zijn meer de vele acties en grote verscheidenheid die in deze wetenschappelijke en boeiende tekst met veel voorbeelden indruk maken. Een goed verzorgde uitgave met veel kleurillustraties, vooral voor geinteresseerden in de aan Cobra (1948-1951) voorafgaande periode.