Hertog Jan van Brabant (1254-1294) \nIk heb een dichter in mijn voorgeslacht! \nDe een zingt voor, de andere zingt na. \nJuist, Jan van Brabant. Wie had dat gedacht? \nZo zong de hertog: `Harba lori fa. \n\nO mijn edeloudovergrootpapa, \nde Slag bij Woeringen bewees uw macht: \nu voegde Limburg bij Brabantia, \nmaar werd in een toernooi ter dood gebracht. \n\nU leeft ook voort als bierpatroon Gambrinus, \neen naamsverbastering van u, Jan Primus. \nNa zevenhonderd jaren straks nog langer \n\nblijkt u springlevend, ook als minnezanger. \nOp t bierflesetiket heft u de kan. \nWaar is de opener? Proost, hertog Jan. \n\nJan Kal is de laatste tien jaar, zoals velen, gegrepen door de genealogie, het voorouderonderzoek. Daarbij kwam hij tot de ontdekking onder meer af te stammen van Jan van Brabant, de middeleeuwse hertog die enkele gedichten heeft nagelaten, onder meer een lentelied waarin hij zingt: Harba lori fa, wat volgens sommige geleerden Occitaans is voor: `Het gras heeft bloemen gemaakt. Deze bundel bestaat uit vijf afdelingen. In de stamboomsonnetten wordt een flink aantal voorouders uit dertien eeuwen bezongen, vergezeld door een afstammingslijn. Vervolgens\nwordt het vertrouwde verhaal van Kals woonplaatsen Haarlem en Amsterdam voortgezet, zijn er vertalingen in sonnetvorm van Dylansongs\nen tenslotte een aantal sonnetten over verschillende onderwerpen onder de titel `Schaken met de dood .