Samenvatting
Eindelijk is het zover! Na jaren op je flatje driehoog ontdek je opeens het huis van je dromen. Leuk optrekje, ruim genoeg en bovenal: met een droom van een tuintje. Tuintje? Nou ja, een tikkeltje groter misschien, een tuin dus, maar allercharmantst om genieterig in rond te struinen. En alles keurig netjes op kleur en lengte. Natuur kan heerlijk zijn.
Heel snel leer je dat die natuur het best alleen aan kan, maar niet altijd op de manier die je zelf voor ogen had. Onkruid mag dan zijn aardige kanten hebben, je voelde toch meer voor de zuivere bloemperken en het ondoorwoekerde gazon van bij je aankomst.
Stilaan maakt de vertedering van het eerste moment plaats voor enige lichte paniek: er is werk aan de winkel, maar hoe begin je hier in 's hemelsnaam aan? De tuincentra bieden je op het eerste gezicht nauwelijks een oplossing. in talloze rekken en bakken wachten de meest exotische voorwerpen op een koper met groter kennis van zaken dan je bij jezelf ooit op durft te hopen. Schopjes, harken en allerhand vreemdgevormd gereedschap, dozen gevuld met een bonte verzameling aan meststoffen, pesticiden, insecticiden, groeistimulators... Het wordt je stilaan groen voor de ogen en het moment van totale wanhoop is niet meer zo ver weg.
Klinkt dit bekend? Het hoeft nochtans allemaal niet zo moeilijk. Tuinieren is een oergezellige klus, als je tenminste weet hoe, waarmee en wanneer. Dit boek wil trachten je op de goede weg te helpen. Tuinkenner Wim Oudshoorn en groenprater Gil Claes maken je enigszins vertrouwd met de meest essentiële tuinattributen en -activiteiten, en leggen je uit hoe je het best te werk gaat als kersverse tuinman of -vrouw.