Jozef Marie Antoon Janssen (1907-1963).
'Woord Vooraf
Toen mij gevraagd werd dit boekje te schrijven, heb ik dit verzoek gaarne aangenomen. Want tot nu toe be-stond er in het Nederlands geen monografie over dit onderwerp, terwijl men mag veronderstellen dat het de belangstelling van velen heeft. Het manuscript was reeds voor een deel gereed, toen een boeiend werkje van professor J. Capart verscheen, getiteld "Je lis les hiéroglyphes" (Brussel, 1946 (...)). Eerst meende ik, dat het 't beste zou zijn, mijn plan op te geven en het Franse boekje in het Nederlands te bewerken.
Daar echter de behandeling van het onderwerp geheel anders bleek te zijn, dan ik mij ten doel had gesteld, heb ik het manuscript volgens het oorspronkelijke opzet voltooid. (...).
Dan nog iets over den opbouw van dit boekje. Het eerste deel is vooral bestemd voor hen, die louter histori-
dche belangstelling hebben en iets meer van de hiërogliefen willen weten. Het tweede deel is betrekkelijk
technisch en eist dan ook ook meer inspanning van den lezer. Ook hier is er echter naar gestreefd, zo weinig
mogelijk over de Egyptische taal te zeggen, ofschoon men zal inzien, dat juist bij een schriftsysteem als het Egyptische, schrift en taal ten nauwste samenhangen.

Leiden, Hemelvaart 1947 Jozef Janssen'

'Sinds ik met bovenstaande woorden mijn manuscript afsloot, is drie en een half jaar verlopen, zonder dat het mogelijk bleek tot drukken over te gaan. Intussen heb ik hier en daar toevoegingen of veranderingen aangebracht en, waar dit nodig was, de litteratuur bijgewerkt.
Leiden, Driekoningen 1951 J.'.