In 1509 verlaat Erasmus na een verblijf van bijna drie jaar Italie en gaat op weg naar Engeland. Tijdens zijn reis over de Alpen ontwerpt hij in gedachten de Moriae Enconium ('De lof der Zotheid'). Zonder plan tot publicatie schrijft hij dit boek in 1 week in London omdat hij daar op nagestuurde boeken moest wachten en 'door een aanval van nierstenen niet in staat tot seriezer arbeid'.

Het boek verschijnt in 1511, wordt een internationaal succes en zal het beroemdste boek van Erasmus worden, waarin de dwaasheid als een onmisbaar element in onze maatschappij wordt gezien dat leven en samenleven mogelijk maakt.

'Stultitia' de Dwaasheid in eigen persoon, die in een magistrale lofrede op haar macht en nuttigheid zichzelf prijst. Erasmus in 1469 te Rotterdam geboren als zoon van een priester, zette in Lof de Zotheid heel wat waarden en instellingen op het verkeerde been. Hij deed dat overigens met luchtige spot. Zijn kritiek, die hij alweer bijna vijf eeuwen geleden in spitse stijl gaf is ook nu nog in grote lijnen geldend. Lieden, die menen de wijsheid in pacht te hebben, zoals betweterige schoolmeesters, tobbende dichters, ijdele schrijvers, dwaze filosofen, zelfingenomen rechtsgeleerden, bijklussende hoogleraren en achterbakse kardinalen maken kennis met zijn puntige hekel.

Deze Nederlandse vertaling van Dirkzwager en Nielson dankt haar kracht aan de voortreffelijke wijze (meer naar de geest dan de letter), waarop de vertalers er in zijn geslaagd het Latijn te vertalen. Mede daardoor is de actualiteit gewaarborgd.