In dit derde deel over Het leven van Mozes zijn elf predikaties opgenomen, zoals ds. A.M. den Boer (1929-2004) die in de Gereformeerde Gemeente van Dirksland heeft uitgesproken.
Na de tiende plaag liet Farao het volk Israël eindelijk trekken. "En de HEERE toog voor hun aangezicht." In deze bundel worden we bepaald bij de trouw des Heeren jegens een murmurerend en opstandig volk. Vanaf de Schelfzee gaat het via Mara naar Elim. In de woestijn SIn ontvangt het volk brood uit de hemel. Te Rafidim krijgt het water uit de steenrots en behaalt het de overwinning op Amalek. Als Jethro zijn schoonzoon Mozes bezoekt, verheugen beiden zich over al het goede dat de Heere aan Israël had gedaan. Jethro offert Gode, uitroepend: "Nu weet ik, dat de HEERE groter is dan alle goden." Eenvoudige en waarschuwende preken, waarin wordt gewezen op Hem, Die Zichzelf wilde geven tot een verzoening voor de zonden van Zijn ganse Sion.
- Israëls heerlijke Geleide-Exodus 13:21-22
- Het heil des HEEREN-Exodus 14:13-14
- De weg die de HEERE met Zijn volk hield door de Rode Zee-Exodus 14:15-16
- Het lied van Mozes-Exodus 15:13
- De kinderen Israëls te Mara-Exodus 15:23a
- De reis van Mara naar Elim-Exodus 15:25b-27
- De Heere belooft Israël brood uit de hemel
- Het volk gelegerd in Rafidim-Exodus 17:1-2
- Het geheim van Israëls overwinning op Amalek-Exodus 17:8-9
- Jethro bezoekt Mozes-Exodus 18-8-9
- De gevolgen van Jethro's bezoek aan Mozes-Exodus 18:24