KORTE INHOUD
Op die bewuste 4 november van het jaar 1922 kon Howard Carter, een jonge Engelse archeoloog en avonturier, zich nauwelijks voorstellen wat hij teweegbracht. Dat hij met het verbreken van de ongeschonden zegels op de deur van een onbekend graf in het Dal der Koningen de hele wereld decennia lang in de ban van de droom zou houden. En dat hij alles wat tot dan toe over de millennia oude en met geheimen omgeven beschaving bekend was, op losse schroeven zou zetten.

Hij ontdekte het graf van een farao van de 18e eeuwse dynastie die werd verondersteld de zoon van de legendarische Achnaton te zijn, de farao die zo kort had geregeerd dat zijn regeringsperiode in ieders herinnering was vervaagd. Maar met de ontdekking van diens nagenoeg ongeschonden graf schonk Carter de jonge koning alsnog de unieke gelegenheid om als een beroemdheid de geschiedenis in te gaan. Tegelijkertijd bracht hij in één keer het avontuur in de belevingswereld van de mensen terug en legde hij het fundament voor het ontstaan van een aparte tak van wetenschap, de egyptologie, en een wereldwijde rage, de egyptomanie.

Dit boek wil een leidraad zijn voor de tocht door het Dal der Koningen, waarop de lezer kennismaakt met de 18-jarige farao, zowel in zijn korte leven als in zijn graf. Vervolgens treedt de lezer in de voetsporen van Carter tijdens het geweldige avontuur van deze zowel ongelooflijke als onverwachte ontdekking met zijn rijkdom aan schatten en het daaropvolgende mediaspektakel. Een avontuur dat Hollywoodfilms waardig was, maar waarin op de eerste plaats de kern en de magie van de Egyptische cultuur besloten ligt, zowel wat betreft de complexe structuur van de mystiek waarmee deze omgeven is als de ‘grandeur’ die het land in alledaagse dingen uitstraalde. Met de jonge Toetanchamon opent zich voor ons de mooiste en opwindendste deur naar de naos van deze beschaving die al bijna een eeuw tot nadenken en, vooral, tot dromen stemt.