Het hoger onderwijs in de (bedrijfs)economie is onmiskenbaar in beweging. Naast een inhoudelijke verandering, waarbij minder nadruk wordt gelegd op kennisaspecten, is ook de didactische werkwijze aangepast. De studenten worden steeds meer uitgedaagd zelfstandig naar oplossingen te zoeken. De zelfwerkzaamheid van de student wordt bevorderd, waarbij de docent een ondersteunende rol vervult.
De serie Bedrijfseconomie in breder verband sluit bij deze ontwikkelingen in het moderne onderwijs aan. Uitgangspunt is dat de student geen voorkennis heeft op het gebied van bedrijfseconomie en/of bedrijfsadministratie. De onderwerpen worden steeds in hun context aan de orde gesteld. Daarbij gaat het niet zozeer om het vergaren van feitelijke kennis, maar om het onderkennen van problemen en het oplossen ervan. Zelfwerkzaamheid van de student staat voorop. Dat komt onder andere tot uitdrukking in het grote aantal voorbeelden, zelftoetsen en opdrachten. Bij het oplossen van de zelftoetsen en opdrachten kan de student gebruikmaken van de bij elk boek behorende cd-rom. Bij een onjuist antwoord volgt een suggestie voor verbetering of wordt verwezen naar de bijbehorende literatuur, waardoor de cd-rom een interactief karakter krijgt. Dat bevordert de motivatie van de student en maakt deze serie uitermate geschikt voor zelfstudie.
In Introductie ondernemingsplan en financiële besturing komen onderwerpen als het opstellen van een financieel plan, kostprijsberekening en de financiële analyse van een onderneming aan de orde. Dit gebeurt met name aan de hand van het opstellen van een ondernemingsplan. Daarbij worden de werkelijke cijfers van een startende onderneming gebruikt. De oprichters lichten toe hoe ze de start van hun nieuwe onderneming hebben aangepakt en een bankmedewerker geeft aan wat de financieringsmogelijkheden zijn. Door deze praktische aanpak wordt de interesse van de student gewekt; tevens wordt een verband gelegd met belangrijke begrippen en concepten uit de bedrijfseconomie.