In dit boek zijn de belangrijkste werken van Jerzy Kosinski bijeengebracht.

De geverfde vogel, het beroemdste boek, vertelt het levensverhaal van een jongetje tijdens de gruwelijke oorlogsjaren 1939-1945 in Oost-Europa. Bij het uitbreken van de oorlog wordt hij door zijn ouders uit veiligheidsoverwegingen naar het platteland gestuurd. Toch zijn het niet in de eerste plaats oorlog en terreur die dit boek een nachtmerrie-achtig karakter verlenen, maar de barbaarse levensgewoonten van de primitieve boeren waar het eenzaam rondzwervend kind door vernietigd dreigt te worden.

In Aanwezig is Chance de held; of beter anti-held. Zijn leven wordt geheel gevuld met twee eenzame activiteiten: het verzorgen van een tuin en het kijken naar televisie. Chance is een 'man zonder eigenschappen', die zijn identiteit ontleent aan wat hij op de televisie van de wereld ziet. In Duivelsboom is hoofdpersoon Jonathan James Whalen de belichaming van de Amerikaanse droom die is omgeslagen in een nachtmerrie. Als jonge erfgenaam van een reusachtig fortuin is hij in staat zich vrij en onbelemmerd te bewegen van de hippiegemeenschappen in Nepal en de opiumbordelen in Birma naar de exclusieve psychiatrische klinieken in Europa en de luxueuze flats in Manhattan. Maar: Wahlens vrijheid bestaat alleen in de ogen van zijn vriendinnen, zijn bedienden en zijn vijanden.

De roman Cockpit is het vervolg op en de afsluiting van De geverfde vogel. Tarden, voortvluchtig geheim agent, is een manipulator van mensen en systemen. Onder vele vermommingen dringt hij binnen in de levens van mannen en vrouwen. Met gewelddadige acties en verbijsterende intriges redt hij zijn leven. Hij heeft geen illusies over vriendschap, liefde, sex, carrière.

Jerzy Kosinski (Lodz, Polen,1933 - New York,1991 ) werd bekroond met de National Book Award voor de roman Stappen en met de Prix du Meilleur Livre Etranger voor De geverfde vogel. Zijn filmscenario naar zijn roman Aanwezig (Being There) ontving twee prijzen.