Uitgaande van het feit, dat het Geloof geen abstracte leer is, maar een historische en levende werkelijkheid, en dat een apologetica dus allereerst een Geloofsverkondiging moet zijn door mededeling der Goddelijke Openbaring, waarbij ook rekening wordt gehouden met de groei der geloofsgenade, wordt hier door de Vrouwen van Bethanië, op basis van een dertig-jarige ervaring, een methode geboden, die teruggrijpt op de wijze van Geloofsonderricht aan katechumenen, zoals die door de H. Augustinus en andere Vaders werd gebruikt.
De inleidingslessen gaan aan het eigenlijke Geloofsonderricht vooraf. Er wordt aanknoping gezocht bij wat in de leerling leeft en er vindt een eerste confrontatie plaats met de Katholieke Kerk van hier en heden als een ,,getuigenis" van onzichtbare dingen. Er wordt tenslotte antwoord gegeven op de vragen: wat is geloven en hoe kunnen wij geloven?
De drie hoofddelen van het werk volgen de drie phasen in de geschiedenis van de Openbaring, nl, de Heilsgeschiedenis voor Christus - het leven van Jezus op aarde - de voortzetting van Christus' Heilswerk: de H. Kerk. Deze drie phasen stemmen overeen met de gang van de Geloofsverkondiging zelf.
Een dertig-jarige ervaring heeft geleerd, dat deze handleiding; een steun en stimulans geeft aan het onderricht, door de dynamische bouw en het getuigend karakter;
de noodzakelijke aanpassing mogelijk maakt aan de omstandigheden van mensen met verschillende ontwikkeling en religieuze instelling;
de onontbeerlijke ruimte openlaat voor een persoonlijk hanteren van de stof;
en uitermate geschikt is voor priesters en religieuzen en leken, die Geloofsonderricht geven, voor godsdienstcursussen voor achttienjarigen, voor missionarissen bij hun bekeringswerk en voor opleidingsscholen voor missionarissen, verder voor alle werkers en werksters in het binnenlands apostolaat, voor kweekscholen en verpleegsterscursussen en de geloofsleerlingen zelf, kortom, voor allen die hun Geloofskennis willen verruimen en verdiepen.
Het werk bevat een uitvoerige, toelichting.