429 pagina's. Dit boek werd als proefschrift verdedigd aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken te Kampen (Broederweg) en geeft tot in de noten een schat aan nieuwe, opmerkelijke en lezenswaardige informatie over Schilder tot aan zijn eerste optreden als hoogleraar in 1934. Deze biografie volgt de gang van de jonge Schilder naar het professoraat en probeert vragen te beantwoorden als: Welke dogmatische en kerkelijke inzichten hebben zich bij Schilder ontwikkeld? Hoe was zijn vertolking van de Schrift, de belijdenis en de de traditie van de Gereformeerde Kerken? Nauw hiermee verbonden is de vraag: Welke factoren zorgden ervoor dat Schilder ? een voluit oecumenisch-gereformeerd theoloog ? al ten tijde van zijn benoeming weerstanden opriep? Want hoewel hij met algemene stemmen door de Generale Synode van Middelburg 1933 tot hoogleraar werd benoemd, waren de contouren van de strijd, die slechts tien jaar later tot zijn schorsing en afzetting zou leiden, al zichtbaar. De auteur beschrijft in deze biografie de jeugd- en studiejaren van Schilder en volgt hem van jaar tot jaar in zijn twintig jaar durend predikantschap. Hij laat zien dat vanaf de twintiger jaren Schilders stem krachtig klonk in de Gereformeerde Kerken. Schilder was een gezaghebbend predikant, niet in het minst door zijn persarbeid als redacteur van ?De Reformatie? en door zijn vele andere publikaties. Zijn opstelling was scherp omlijnd en de gedachte van de antithese werkte hij radicaal uit. De benoeming tot hoogleraar in Kampen gaf hem de mogelijkheid om leidinggevend op te treden in het gereformeerde leven. Maar toen al was hij een niet onomstreden figuur. De jaren na 1933 zouden daar het bewijs van leveren. Want binnen de Gereformeerde Kerken ontbrandde toen opnieuw de strijd om de gereformeerde erfenis. Schilder had zijn positie duidelijk gemarkeerd. Bij de fronten in de strijd werd de keuze veelal die van voor of tegen Schilder.