Teresa van Avila (1515-1582) - karmelietes, heilige, kerkleraar - is een van de interessantste vrouwen die ooit hebben geleefd. Voor 'heiligheid' zoals wij ons die gewoonlijk voorstellen was zij niet geschikt; dat ze zo gemakkelijk en ook met zoveel plezier genegenheid en bewondering wist op te roepen, speciaal van mannen, leek met een kloosterlijk bestaan niet goed te rijmen. Maar voor de ongewone taken die op haar weg kwamen had ze geen betere eigenschappen kunnen hebben. Ze paarde gehoorzaamheid en volgzaamheid aan verrassend onafhankelijk denken en had een vrijwel onbegrensd vertrouwen in haar eigen ervaringen. Hoewel zij als vrouwelijke kloosterlinge formeel niets te vertellen had, werden haar grote projecten opgedragen en in een wijde kring van mensen genoot zij persoonlijk gezag. In de veelzijdigheid van haar talenten, haar originaliteit en humor, haar elan en haar spiritualiteit, en niet in de laatste plaats haar vermogen om aan al deze kwaliteiten schriftelijk vorm te geven, was Teresa een 'donna universale' zoals de geschiedenis er maar weinig heeft gekend.
In dit boek heeft Julie Feldbrugge Teresa van Avila zelf aan het woord gelaten door zeven 'vraaggesprekken' met haar te houden. In deze 'gesprekken' bleek dat Teresa, die Gods vonken had opgevangen, ook zelf 'vonken' teweegbracht - in het brein van de auteur. Die raakte keer op keer getroffen door de overeenkomsten die zij zag tussen Teresa en haarzelf, en tussen de 16de en 21ste eeuw. Deze 'vonken van nu' zijn in de vraaggesprekken ingevoegd. Het resultaat is een fascinerend 'verslag uit de eerste hand' van een buitengewoon boeiend leven of, zoals Nico ter Linden in zijn Voorwoord zegt, 'helemaal een spannend boek'; een ontmoeting tussen twee vrouwen die elkaar - hoewel gescheiden door eeuwen - veel te vertellen hebben, een ontmoetingvol 'vonken uit de hemel'.