FR I T S B 0 L K ES TE IN: 'Ik was het liefst Napoleon geweest.' JOH A N C R U 1 j F F: 'Voor sommigen is seks voor de wedstrijd achteraf een goed CXCUUS.' F R E D D Y H E 1 N E K E N: 'Ik was al ruimschoots getikt voordat ik werd ontvoerd.' R 0 B S C H 0 LT E: 'Het is niet niks dat ik mezelf moet vergelijken met Einstein.' H E R M A N B R 0 0 D: 'God beware me voor de dag dat iedereen me begrijpt.' E L C 0 B R 1 N K M A N: 'ik weet ook wat er omgaat in de rosse buurt.' 1, E 0 E N T 1 N E K E V R 0 M A N: 'Wij worden dolgraag gecremeerd, zo nu en dan.' 1 R E N E VO R R 1 N K: 'Ik heb in de politiek niet één moment van vreugde gekend.' T H E 0 V A N G 0 G H: 'Ik ben een hoer in de aanbieding.' RENATE DORRESTEIN: 'Lijden loutert niet, je wordt er alleen maar een zeikerd van.'

Meester-interviewer Frénk van der Linden bundelt de onthullendste interviews uit zijn loopbaan, en levert daarmee een portret van spraakmakend Nederland aan het eind van de twintigste eeuw: van het kruisrakettendebat tot de dark rooms, van de euthanasiekwestie tot de successen van Paars. Ingeleid door Theo van Stegeren (oprichter van het vakblad Reporter) en doorspekt met toelichtende columns van onder anderen Frits Abrahams, jan Blokker, Martin Simek en Paul Witteman.

Frénk van der Linden ontving in 1998 de Prijs voor de Dagbladjournalistiek, voor zijn NRC Handelsbläd-serie'Geloof, Dood Liefde'., Uit het juryrapport: 'Zijn portretten gaan diep en ver, zijn intiem en onthullend. De interviews zijn schoolvoorbeelden van journalistieke prestaties op zeer hoog niveau.'
Recensie(s)
NBD|Biblion recensie
Je zou bijna vergeten dat journalist Frénk van der Linden (1957) de laatste twintig jaar een aantal interessante interviews heeft gemaakt, voor De Tijd, NRC Handelsblad en Nieuwe Revue: gesprekken met Jan Blokker, Theo van Gogh, Dries van Agt, Ger Vaders, Freddy Heineken, Johan Cruijff, Freek de Jonge, Herman Brood, André van Duin, Renate Rubinstein, Frits Bolkestein, Paul Fagel, Rudi Fuchs en vele anderen. Ze zijn nu in deze onhandelbare paperback van ruim 700 bladzijden namelijk bijna ondergeschikt gemaakt aan een ronkende inleiding over de 'Meesterinterviewer' en aan merkwaardige terugblikken (hier columms genoemd) van de geïnterviewden. Cisca Dresselhuys schrijft dat Van der Linden tijdens zijn interview met haar alleen over zichzelf en zijn eigen problemen sprak. Inleider Theo van Stegeren beweert dat de interviews ons zicht geven op 'flarden contemporaine vaderlandse geschiedenis die de interviewer en zijn gesprekspartner schrijven'. Ook de opname van vele blijken van eerbetoon van andere geïnterviewden werpen een wat megalomaan licht op de interviewer. De terecht met de Prijs voor de Nederlandse Dagbladjournalistiek bekroonde serie levensbeschouwelijke interviews uit NRC Handelsblad, 'Geloof, Dood & Liefde', werd twee jaar geleden eerder in boekvorm uitgegeven *.