Scheiden is niet zo erg als vaak wordt gedacht. Integendeel, een aantal jaren na hun echtscheiding constateren veel mensen dat zij erop vooruit zijn gegaan. Ze voelen zich lichamelijk en psychisch hetzelfde of beter; ze zijn er financieel niet slechter op geworden; ze hebben betere contacten met hun vrienden en hun kinderen gaan er nog wel eens op vooruit.

Tot deze conclusie komt de Wageningse onderzoekster Iteke Weeda na intensieve gesprekken met 167 gescheiden mensen. De gesprekken vonden twee tot vijf jaar na hun scheiding plaats. Ze heeft niet alleen gevraagd naar de ervaringen na de scheiding maar ook naar die ervoor. Dat deel van het ondezoek — het huwelijk vóór de scheiding — verscheen een halfjaar geleden.

Het is een maatschappelijk verschijnsel dat vraagt om veranderingen in de samenleving." Zoals ?

Weeda: „Veranderingen op de arbeidsmarkt, in de sociale zekerheid, huizenbouw, de dienstverlening. Het werk moet anders worden verdeeld. Dat gebeurt al, want eenderde van de gescheiden vrouwen gaat werken. De sociale verzekeringen zijn te veel op het huwelijk gebaseerd, daarop kun je na de scheiding geen plannen meer maken. Als je ex-man overlijdt kun je over de jaren dat je blijkbaar zijn huishoudster bent geweest een weduwen-pensioen krijgen. Met dat soort regels valt niets te beginnen."

Scheiden is dus helemaal niet zo erg. Een opmerkelijke uitkomst. Weeda: „Ik vind het helemaal niet zo opmerkelijk, maar zo zal het wel worden opgevat. Nog altijd wordt gezegd dat scheiden vreselijk is, vooral voor de kinderen. Dat blijkt dus niet zo te zijn. Ik vraag me af: waarom wordt dat negatieve beeld zo lang in stand gehouden? De mythe is ook dat mannen altijd de dupe zijn. Ze missen de kinderen, moeten zielig op een zolderkamertje wonen en houden geen cent over."