Wonen, je eigen eten koken, voor je kleren zorgen; het lijkt eenvoudig uit te voeren. Maar mensen die dit soort werkzaamheden nog nooit gedaan hebben, merken dat je daarin toch getraind moet worden. Als je begeleider wordt en cliënten gaat ondersteunen bij huishoudelijke werkzaamheden, dan moet je toch zelf eerst geoefend hebben. Het is dus noodzakelijk dat een begeleider in een woon- en leefsituatie overzicht heeft over alles wat er in het huishouden moet gebeuren, de cliënten activeert en alles zo organiseert dat het op rolletjes loopt. Het kunnen "huis houden" is op deze manier eigenlijk het ergonomisch verantwoord en milieubewust beheren van de leefplek. Van sociaal (ped)agogisch werkers wordt bovendien verwacht dat ze oog hebben voor de sfeer en de veiligheid. Kortom, huishoudelijke werkzaamheden zijn ingebed in het werk van de spw'er. In het onderstaande gedeelte uit het boek komt dat mooi naar voren.
Methode
Ook bij huishoudelijke vaardigheden geldt, dat je er vaardig in moet zijn. Het gaat hier dan vooral om psychomotorische vaardigheden die de cursist onder de knie krijgt door te doen. Het boek geeft ondersteunende theorie die houvast geeft bij het uitvoeren van de handelingen en het maken van keuzes; er wordt dus een appèl gedaan op de cognitieve vaardigheden. In de opdrachten komt duidelijk het verband naar voren tussen huishoudelijke werkzaamheden en het beroep, zodat de cursist zich een voorstelling kan maken van de praktijk.