Clara Casey heeft de laatste tijd te veel aan haar hoofd. Haar dochters Adi en Linda zijn in de twintig maar wonen nog steeds thuis. Adi knokt altijd voor of tegen iets: het milieu, walvisvaart, legbatterijen? Linda studeert aan de universiteit, maar ligt voornamelijk in bed en weigert iets te doen in huis. Bovendien zoekt Clara's ex-man weer contact terwijl ze net begint aan een zware baan in het ziekenhuis van Dublin.

Daar krijgt Clara de leiding over haar eigen team: Declan, een getalenteerde maar erg verlegen arts; de sympathieke fysiotherapeut Johnny; Fiona, de mooie en vrolijke zuster die het verleden niet kan laten rusten. En voor de Poolse Ania is de ontmoeting met Clara Casey een geschenk uit de hemel. Hopelijk zal een nieuwe baan in een nieuw land haar gebroken hart helen.


Clara, de vijftig al gepasseerd en gescheiden, krijgt een nieuwe kans als hoofd van een nog op te richten hartkliniek. Terwijl ze zich hier geleidelijk met hart en ziel voor gaat inzetten, worstelt ze thuis met twee moeilijke dochters, haar charmante ex-man en haar nieuwe vriend, een apotheker. Collega's van Clara komen in afwisselende hoofdstukken in beeld, met hun zorgen, belevenissen en liefdes. Enkele Dubliners, onder wie een gestalkte priester, completeren dit geheel rond de hartkliniek, waarin ook plaats is voor buitenlandse werknemers. Opvallend in deze feelgoodroman is de tomeloze, eerlijke inzet van de betrokkenen; het verhaal ademt een zeer positieve levensinstelling, heeft een erg romantische inslag en leest als een trein. De Ierse schrijfster (1940) en rasvertelster publiceerde eerder talloze bestsellers, als 'Spiegel van het meer' en 'Het huis op Tara Road'* en