Tan Tan tolt van taal en neemt je mee op een ongelooflijke reis. Een tocht van het allereerste gebrabbel en gekrabbel duizenden jaren geleden naar tegenwoordige technische hoogstandjes als de eye-writer en contactlenzen die je als e-reader kunt gebruiken. Een tocht ook door het denken. Want hoe kan het dat we elkaar begrijpen? Zijn we parlevinkers en instinctief geneigd tot taal, zoals Darwin dacht?

Matti is de jongensachtige hoofdpersoon in dit boek. Hij reist naar een Grieks stadje om daar in een nagelaten manuscript - dat De Woordenschat heet - de even fascinerende als verwarrende wereld van de taal te ontdekken. Van het eerste geschrijf op stenen, klei en papyrus, het gekibbel over het oudste Nederlandse zinnetje tot exotische taalzaken in de Mexicaanse bergen of eilanden in de Stille Oceaan. Over de soms geniaal gestoorde geleerden die zich door de eeuwen heen over taal het hoofd hebben gebroken tot en met de verrassende rol die taal kan spelen in politiek en economie.

Gaandeweg duiken de merkwaardigste vragen op. Ga je door chocola te eten anders schrijven? Als je ergens geen woorden voor hebt, is er dan ook 'niks'? Heb je taal nodig om het leven te snappen? Hoe kan het dat iemand 'nee' hoort terwijl je 'ja' zegt? Waarom stoppen sommige mensen halverwege hun leven met praten? Zal aan het eind van deze eeuw 90 procent van alle huidige talen zijn verdwenen?

Tan Tan staat bol van de verrassende wetenswaardigheden over een eindeloos onderwerp, waar zeker niet alleen taalliefhebbers hun hart aan kunnen ophalen.