Ook dit boek wil - evenals het vorige van dezelfde auteur: 'Vertel mij toch' (1988) - een bijdrage leveren aan het uitleggen en doorgeven van bijbelse verhalen in gezin, kerk en op school. Zó, dat door een verrassende uitleg en een daarbij behorende illustratieve weergave het bijbelverhaal nieuw gehoord wordt. In dit boek wordt óók de schijnwerper gericht op duistere verhalen in de bijbel waarin op het eerste gezicht de gelovige lezer zijn God niet kan vinden. Noach en zijn acht zielen. Gered, zeker. Maar al die anderen? Gaan die zo maar de diepte in zónder Gods ontfermen? De 'binding' van Isaäk. Wat voor een God is dat die een vader opdracht geeft zijn zoon te offeren? God als slachter? En dan die Simson? Loopt op de walletjes van Gaza; lijkt een soort krachtpatser thuishorend in een schelmenroman. En toch een door God geroepen richter? De kindermoord van Bethlehem. Waarom moesten om dat éne kind te redden al die anderen de dood worden ingejaagd? Kon dat niet anders? Bethesda. Huis van barmhartigheid? Het lijkt er niet op. Eerder een gruwelijke wedloop waarbij blijkbaar de regel geldt: die het eerst komt (natuurlijk de sterkste) het eerst maalt. En waarom alleen die éne genezen? Ananias en Saffira. Waarom konden die - na toch maar een licht vergrijp gepleegd te hebben - blijkbaar naar de bedoeling van de Heilige Geest 'dood vallen'? Ook nu heeft de auteur dertig bijbelse verhalen uitgekozen, de meeste gevolgd door een zo genoemd 'spiegelverhaal' veelal aan de (wereld)literatuur ontleend, waarin de zojuist vertelde boodschap wordt weerkaatst. Het boek - géén kinderbijbel! - is bedoeld - in eerste instantie voor allen die thuis, Op school, in de kindernevendienst en op de zondagsschool bijbelse verhalen vertellen. Niet alleen van toen en daar, maar juist ook van nu en hier. Tevens bedoelt het in de uitlegkundige stukken hulp te bieden aan die volwassen gemeenteleden die uitzien naar een nieuwe bijbeluitleg die het hun mogelijk maakt juist ook vandaag te blijven geloven in de God van de bijbel.