We leven in een indrukwekkende overgangsperiode waarin ons onvoorziene kansen worden geboden. Het Christus-archetype breekt door. Wat dat te betekenen heeft en hoe we daar mee om kunnen gaan weet Pameijer, die zijn 25-jarig priester-jubileum viert, op inspirerende wijze te vertellen.

Bevlogen, betrokken en inspirerend!



Johan Pameijer deelt ons in zijn open, positief-kritische houding ten aanzien van het verschijnsel channelen, en laat zien dat er in de niet aflatende stroom aan boodschappen die mensen door-krijgen iets bijzonders aan de hand is. We moeten door het surrealistische jargon heen kunnen prikken, en als we dat doen, zien we dat de kern van vrijwel alle boodschappen een aansporing voor de mensheid is om te veranderen, te transformeren. Daarom spreekt hij van Gods kanalen en gaat ook in op het zo vaak genoemde transformatiejaar 2012.

Pameijer aanvaardt de invloed van een hoger bewustzijnsveld dan het onze, en is bereid aan te nemen dat er een wisselwerking mogelijk is tussen de verschillende dimensies. Indien je uitgaat van universele, individuele en cellulaire hologrammen die op elkaar inwerken en van een Al-Bewustzijn dat de levenskracht van elke cel, elk microdeeltje en elke frequentie uitmaakt, dan krijgt de wereld een ander gezicht.
Recensie(s)

Mede naar aanleiding van de vele gechannelde boodschappen die via internet de wereld in worden gestuurd, belicht dit boek de waarde van eerder gechanneld werk. Via mystiek, gnostiek, mythologie en door de essenties van wereldgodsdiensten met elkaar te vergelijken blijkt dat channeling volgens de auteur de enige basis is waarop de mensheid cultuur, religies, zingeving, waarden en normen heeft gebaseerd. Sceptici en wetenschappers kunnen het zich niet meer permitteren om mediamiek werk en channeling af te doen als onzin. Een zorgvuldige en belangrijke studie van een auteur die tevens priester is. Het boek brengt het verleden, het heden en de toekomst van de mensheid en de functie van onze soort in de kosmos in een werkelijk compleet spiritueel perspectief. De auteur verwoordt: "...hoe zinloos ons gedraal ten opzichte van het wezenlijke..." is, en maakt dat volledig duidelijk in dit werk. Het verdient dus een goede correctie: de vele fouten die in deze eerste druk staan doen het boek geen recht. Met achterin noten, aangevuld met een enorme lijst van geraadpleegde boeken.

F. van Soelen