Als haar vader op een kar wordt thuisgebracht met zijn hoofd in het verband, verandert het leven van Petra Kronos op slag. Twee jaar geleden heeft de prins van Bohemen haar vader de opdracht gegeven om de beste en mooiste astronomische klok van de wereld te bouwen. Haar vader, de magiër, de instrumentmaker die dieren van metaal tot leven kan wekken. Nu is hij terug - blind! De prins heeft zijn zilverkleurige ogen gestolen, ze betoverd en draagt ze nu zelf. Waarom heeft hij zoiets afschuwelijks gedaan? Petra besluit naar Praag te gaan om dat uit te zoeken.

Met haar tinnen spin Astrophil en drie glazen ballen, waarin haar beste vriend de bliksem heeft gevangen, gaat Petra op pad. In Praag raakt ze bevriend met de vingervlugge zigeunerjongen Neel, die sloten kan openen en overal binnenkomt. Met zijn hulp vindt Petra een baantje aan het hof. Daar is niets wat het lijkt; magie en werkelijkheid lopen er door elkaar en Petra kan er niemand vertrouwen. Bovendien ontdekt ze dat haar vaders klok krachten bezit die de wereld kan vernietigen...

Marie Rutkoski weet in De ogen van Kronos een wereld op te roepen die volkomen geloofwaardig is en tegelijkertijd vol zit met magische en bizarre gebeurtenissen. Een boek om in weg te kruipen en pas na uren weer uit tevoorschijn te komen, met een gevoel van spijt dat het uit is. Gelukkig volgen er nog meer delen over Petra Kronos!