Het "Taalboek van de eeuw" is een vrolijke en leerrijke geschiedenis van honderd jaar Nederlands. Het is geschreven voor lezers die zich graag verbazen over hun eigen taal. Dit is een boek over de eeuw waarin mooie woorden zijn verdwenen (bakvis, commensaal), van betekenis zijn veranders (hit, vrijen) en zijn verschenen (karaoke, muisarm). Waarin Han Hollander voor de radio het eerste live-verslag verzorgde van een voetbalwedstrijd en waarin schuttingwoorden zwart op wit in degelijke kranten werden afgedrukt. Waarin Vlamingen en Friezen recht kregen op hun eigen taal waarin het ABN zich vestigde én zijn autoriteit verloor. Waarin het grootste woordenboek ter wereld verscheen en waarin aap, noot, mies is vervangen door maan, roos, vis. Waarin Nederlanders elkaar in de haren vlogen over de spelling van odeklonje, ginekoloog en pannenkoek én waarin honderdduizenden aan de buis gekluisterd zaten toen Philip Freriks voorlas over przewalskipaarden en tseetseevliegen. Dit is de taal van onze eeuw, die begon met Zeppelin en eindigt met millenniumbaby.
Recensie(s)
Dit boek bevat elf hoofdstukken. Het laatste is een terugblik vanuit het jaar 2099 op het 'Neew Neelands' uit de eenentwintigste eeuw. De andere tien hoofdstukken zijn alle verbonden aan een bepaald decennium van de twintigste eeuw. Ieder hoofdstuk bestaat uit een historisch essay over een taalkundig onderwerp, een interview met een bekende gebruiker van het Nederlands, en een kroniek van grote en kleine taalgebeurtenissen. De essays zijn geschreven door deskundige taalkundigen. Aan de orde komen o.a. verdwenen en nieuw verschenen woorden, de invloed van de media op taal, ontwikkelingen in de taalwetenschap, vernieuwingen in het lees- en schrijfonderwijs. Het boek bevat functionele illustraties, per essay een overzicht van relevante literatuur, een trefwoorden- en een namenregister en informatie over de auteurs. Een interessant, afwisselend boek over aspecten van een eeuw Nederlandse taal (-wetenschap), dat volgens de Inleiding bedoeld is voor lezers die zich graag verbazen over hun eigen taal. Die lezers moeten wel beschikken over een behoorlijke taalkundige voorkennis.
(Biblion recensie, Drs. D.H. Veenstra)