Deze titel kan niet worden besteld.
Deze titel kan nu niet besteld worden. Probeer het later opnieuw

Schuringa, H.A. - De brieven van Ir. H. A. Schuringa

Schrijver:
Titel: De brieven van Ir. H. A. Schuringa
ISBN: 9789060124987
Taal: Nederlands
Uitgever: Uitgeverij Van Gennep
Bijzonderheden: 1981, 256 pp. Paperback
Prijs: € 5,95 (Excl. verzendkosten)
Meer info:
Nieuwstaat. De brieven van Ir. H.A. Schuringa en de antwoorden van o.a. Dries van Agt, bisschop Gijsen, Frits Bom, Rien Poortvliet, G.B.J. Hiltermann, Jan Blokker, Jelle Zijlstra, Jan Terlouw, Joop den Uyl, Pieter van Vollenhoven, Martine Bijl en Sonja Barend.

Vrij Nederland-redacteur Martin van Amerongen bestookte in 1981 veel bekende Nederlanders uit de wereld van politiek en televisie met impertinente of slijmerige brieven onder het pseudo van een ietwat ballerige en gesjeesde, maar toch nog net overtuigende ingenieur, H.A.Schuringa. Ook hoofdredacteur van de PVV Courant, als voorzitter van de fanclub van Pieter van Vollenhoven. Verder was Schuringa ook voorzitter van de Stichting Bestrijding Pornografie. Als Han A. Schuur stuurde hij gedichten naar onder andere Lous Haasdijk en Martine Bijl. Vaak zijn de brieven van Schuringa geslaagder dan de antwoorden. In een aantal gevallen komen ijdelheid en kwade trouw wel pijnlijk naar voren in de antwoorden. Een collectors item, want helaas is het boek op minimale schaal gedrukt, ook deze tweede druk als gevolg van het succes. Leuke en hilarische lectuur, die wel gezien de antwoorden van een aantal BN’ers een dubieuze nasmaak heeft.
Achterzijde van ‘De brieven van ir. H.A. Schuringa’: Wie is toch die intrigerende ir. H.A. Schuringa? Hij is de ijverigste brievenschrijver van Nederland. Zijn correspondentie omvat brieven aan [en van] vrijwel alle landgenoten met een vooraanstaande positie in de wereld van kunst, media, zakenleven en politiek. Hij stortte zich volop in de verkiezingsstrijd en formeerde ijverig mee aan het tweede kabinet-Van Agt. Hij is bovendien de ziel van tal van sociaal-culturele organisaties, zoals de Stichting Bestrijding Pornografie en de mr. Pieter van Vollenhoven-fanclub. Daar zijn zij dan eindelijk: ‘De brieven van ir. H.A. Schuringa.’ Onthullend en meeslepend, ontroerend en humoristisch - het boek dat eens geschreven móest worden!
Het nu lang geleden dat ir. H.A. Schuringa in de jaren tachtig grootse triomfen vierde in de hitlijsten van de Nederlandse boekhandelaren. “De Brieven van ir. H.A. Schuringa”, een greep uit de omvangrijke correspondentie van de ex-hoofddirecteur van het Elektronisch Bureau Schuringa, was een even onverwachte als onverbiddelijke bestseller. In een tijd die in de media nog altijd werd overheerst door de ultra-linkse agitatie van «Stoker» en de zijnen, had Behoudend Nederland in de gepensioneerde waterbouwkundige eindelijk een gezaghebbende stem gevonden waarnaar geluisterd werd.
In zijn aan tal van bekende Nederlanders gerichte brieven nam Schuringa op ferme wijze stelling tegen uiteenlopende misstanden als de opmars van de pornografische piratentelevisie, de kwalitatieve achteruitgang van de La Paz Corona Habana-sigaar en de taalverruwing in progressieve media als de Volkskrant. Aanvankelijk had Schuringa zijn bundel brieven met antwoorden willen publiceren onder de titel “Grote mannen die mij gekend hebben”, maar zijn uitgever Van Gennep te Amsterdam vond dat terecht te beperkt, omdat Schuringa niet alleen correspondeerde met bekende heren als bisschop Gijsen, A.A.M. van Agt, Hans Wiegel, Frits Bom, Joop den Uyl, Jan Terlouw, Jelle Zijlstra en Rien Poortvliet, maar inderdaad schriftelijk ook op intieme voet stond met vermaarde dames als M.H.M.F. «Til» Gardeniers, Martine Bijl en Suzanne Bisschof, sterke vrouwen die voor de teruggetrokken levende ex-politicus van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie bovendien een bron van inspiratie vormden voor de van liefdessmart doortrokken gedichten die hij onder het pseudoniem Han A. Schuur publiceerde, zoals het gevoelige Con Sording, opgedragen aan Sonja Barend.
Hetgeen meteen onderstreept dat de gevreesde polemist Schuringa ook wel degelijk een «zachte kant» had. Hij was voor alles een aartsromanticus, een homme des lettres, die zijn tijd het liefst in splendid isolation doorbracht in zijn pied-à-terre in de Amsterdamse binnenstad, maar echter niet terugschrok voor harde actie als zijn grote rechtvaardigheidsgevoel werd gekrenkt. Zo richtte hij onder meer het Comité «Prof. dr. I.A. Diepenhorst moet blijven» op, tegen de verbanning van de welbespraakte ARP-senator uit de Eerste Kamer. Schuringa was tevens oprichter en voorzitter van de Officiële Fanclub van mr. Pieter van Vollenhoven, wiens officiële huisorgaan de PVV-courant («een bescheiden wapen tegen het republikeinse geweld van de linkse massapers») hij vrijwel eigenhandig en met grote inzet redigeerde. En bovenal stond ir. Schuringa natuurlijk aan het hoofd van de Stichting Bestrijding Pornografie. Het betrof hier een maatschappelijke misstand die zijn fijngevoelige ziel niet ophield te beklemmen, en waaraan Schuringa na zijn leven als actief waterbouwkundige veel van zijn beste krachten heeft gewijd.
Schuringa voerde actief campagne voor een verbod op publicaties als Candy, Chick en Pussy, als ook tegen de zogeheten «etherpiraten», die begin jaren tachtig ongevraagd inbraken in de Hollandse huiskamer teneinde hun zedenverwilderende programmering over de nietsvermoedende kijker uit te storten. Schuringa, in eerste instantie bezorgd over de schadelijke invloed van al dit voze op zijn opgroeiende zoon Mattijs (toentertijd 21), zond met grote regelmaat een selectie van de meest aanstootgevende pornografie naar instanties als het Openbaar Ministerie, teneinde zijn pleidooi voor strenge naleving van artikel 240 van het Wetboek van Strafrecht, dat zich uitspreekt tegen «het verspreiden van voor de eerbaarheid aanstotelijke lectuur», gestand te doen. Ook alarmeerde hij de bisschop van Roermond, mon seigneur Gijsen: «Als voorzitter van de Stichting Bestrijding Pornografie maak ik u bij deze attent op een recentelijk verschenen aflevering van het maandblad Chick. Hierin is over een volle pagina een kleurenfoto afgedrukt van een rijpere vrouw die zich in de biechtstoel, ten overstaan van een priester, in half-ontklede staat zit te betasten.»
Schuringa wilde niets weten van trendy verhalen over het zogeheten «emancipatoire karakter» der pornografie. «Ik weet dat het tegenwoordig ‹modern› is om de schadelijke invloeden der pornografie te bagatelliseren en zelfs te ontkennen», zo schreef ir. Schuringa aan NOS-voorzitter mr. E.C.M. Jurgens. «Het is, dunkt mij, onjuist om mee te huilen met de wolven in het pornografische bos. Ik verwijs u terzake naar een recente studie van de bekende Britse psychiater J.J. Eyensenck (Sex, Violence and the Media), waarin ondubbelzinnig wordt aangetoond dat pornografie leidt tot asociaal gedrag, moreel verval, vandalisme en (zelfs!) echtscheiding.»
Hoewel zelf niet echt actief godsdienstig zag Schuringa nog ver voor Frits Bolkestein in dat de ontwaarding aller waarden in sterke mate samenhing met de oprukkende deconfessionalisering. Zoals hij het verwoordde in zijn vermaarde brief aan de parapsycholoog H. van Praag: «De wortel van alle kwaad is mijns inziens het feit dat het volk elk richtsnoer is ontvallen, De Schrift en de Wetten Mozes’ lijken hun politieke toepasbaarheid te hebben verloren. De partijprogramma’s bevatten slechts loze beloften.» Hoewel zijn politieke hart uitging naar het liberalisme was Schuringa dan ook ten zeerste bekommerd om het lot van de christen-democratie. Bij zijn brieven vol praktische en ideologische wenken aan christen-politici als R.F.M. Lubbers en A.A.M. van Agt vergat hij dan ook nimmer een bedrag in te sluiten ter ondersteuning van de partijkas. En ondanks zijn weerstanden tegen de PvdA («De PvdA blijft een radicale wolf, gestoken in het bedrieglijk schaapsvel der gematigdheid») aarzelde hij niet J.M. den Uyl met een biljet van tien gulden te verblijden nadat De Telegraaf had weten te melden dat de PvdA-leider in een vermaard restaurant een fooi van welgeteld één dubbeltje had achtergelaten. Bij Schuringa bleef immers altijd «de mens centraal». Dwars door alle partijpolitieke scheidingen bleven de wetten van de «bonhomie» prevaleren.
In zekere zin werd ir. Schuringa te veel een gevangene van het eigen succes. Zoals hij zelf schreef in het nawoord van De mens centraal (een bundel uit 1984 met interviews met bekende staatslieden als R.F.M. Lubbers en A.A.M. van Agt, die hij eerder had gepubliceerd in het maandblad Interingenieur): «Jarenlang was ik een kritische beschouwer van de media en maakte hiervan gewag in menig ingezonden stuk. Nu werd ik plotseling zelf bestormd door de vertegenwoordigers der massacommunicatiemiddelen, die mij dermate het hemd van het lijf vroegen, dat ik gedwongen zag mij tijdelijk uit te wijken.» De druk werd Schuringa teveel. Daarnaast was hij ook verbitterd over de honende wijze waarop Sonja Barend zijn liefdespoëzie had omschreven op de nationale televisie, terwijl zij hem eerder in een persoonlijk briefje nog zo uitvoerig had gecomplimenteerd met zijn verskunst. Dat soort onterechte kritiek was een fijngevoelig man als Schuringa een gruwel. Laten voor hem de troostende woorden gelden die hij zelf ooit aan Z.K.H. prins Bernhard toevertrouwde: «Het zijn de slechtste vruchten niet waaraan de wespen knagen.»
Verder lezen

Van Slingelandt uit Den Haag

particulier

Logo Van Slingelandt

De verkoper zal binnen 3 werkdagen contact met u opnemen om de koop verder af te handelen.