Sinds 1996 schrijft Jerry Goossens (Amsterdam, 1965) wekelijks zijn column Berekuil in de zaterdageditie van het Utrechts Nieuwsblad. Het Utrecht dat hij beschrijft, wordt bevolkt door een bonte stoet van kleurrijke personages.

De eerste bundeling Berekluil-columns bevat Goossens' beste stukken: in ironie gedrenkt, vaak scherp, even vaak bot, maar altijd goed voor een (wrange) glimlach.
Recensie(s)
Deze bundel bevat een selectie van de bijdragen die Goossens wekelijks voor het Utrechts Nieuwsblad schreef. De 104 overwegend komische columns uit de periode 1996-2002 zijn ondergebracht in negen categorieen, varierend van 'Stadsgezichten' tot 'Huiselijk leven'. Het is een wat willekeurige indeling, want ook buiten het huiselijk leven komen gezinsleden mevrouw Goossens en kleine Goos ter sprake. Goossens motto luidt: 'Fuck de Dam, leve de Dom' en de gemeente Utrecht figureert dan ook prominent. De auteur is geen kritiekloos Utrechtenaar ('dat verdomde Hoog Catharijne'), en bovendien heeft een lokale aangelegenheid als Leefbaar Utrecht dankzij de betrokkenheid van Henk Westbroek een landelijke uitstraling - omstandigheden die het boek ook voor niet-Utrechtenaren interessant maken. Sommige columns zijn gedateerd (gestuntel met internet anno 1997 komt in 2005 flauw over), andere zeer geslaagd, met name het stuk over Herman Brood en dat over Goossens legendarische ontmoeting met kroonprins Willem Alexander. Bevat een humoristisch voorwoord van Ronald Giphart. Kleine druk.

Martin de Jong