De teksten lijken vaak geschreven onder pseudoniem, dan wel ondertekend met initialen, of een kale voornaam, zoals vaak bij satirische publicaties. Vanaf 1914 publiceert A.M. de Jong feuilletons in de Notenkraker, soms anoniem (De Zware Weg), soms onder het pseudoniem Frank van Waes. In 1919 schrijft de Jong voor het eerst onder eigen naam het feuilleton (aangeduid als Roman) Marcus van Houwaert.

Per aflevering van 8 pagina's zijn er altijd vijf illustraties, een paginagrote omslagtekening en 4 tekeningen van een halve pagina. Vanaf 1912 wordt vaker een foto geplaatst van actuele gebeurtenissen. Vanaf 1 mei 1926 wordt het blad enigszins gerestyled, nieuwe vormgeving titel en het wordt uitgebreid naar 12 pagina's per nummer; vanaf 1927 wordt dat 16 of zelfs 20p. Deze veranderingen vallen wellicht samen met het terugtreden van A.M. de Jong als hoofdredacteur (maar hij blijft wel feuilletons bijdragen) en het aantreden van Johan Winkler. De jaren van Winkler wordt het blad steeds saaier: meer tekst, achtergrondverhaaltjes, foto's, toerisme, sport, puzzles.

Hoofdillustrator is tot zijn overlijden in 1918 Albert Hahn [sr.]. Hij wordt vanaf april 1909 ondersteund door een groep illustratoren, waaronder [Leendert J.] Jordaan (frequent), Tjerk Bottema (frequent, maar niet in 1911-1917) en vele anderen in minder frequente mate. Na de dood van Hahn neemt zijn stiefzoon zijn werk over, Albert Hahn Jr. Leendert Jordaan blijft veel bijdragen (tot 1927, wanneer hij na onenigheid vertrekt). Tjerk Bottema gaat weer veel tekenwerk leveren. Daarnaast verschijnt tekenwerk van Willem van Schaik. Incidenteel tekenwerk van Marie de Roode-Heijermans (ook al voor de dood van Hahn sr.); E. Smalhout (1919-1920, 1926), Harmen [Meurs] (1919-1920, 1926); H.H. Backer (1921); Daan Bout (1921, eenmalig) en Jelle Troelstra (1921); Jan Gregoire (1922); J. Haak (1922); O. Roland (1923); Jacq. J. Ottens (1923); N. van Zalingen (1923, 1924,1925); Jan Rot (1925-1927); M. Meuldijk (1926); J.Th. Rotman (1926); S.L. Schwartz (1926); Jacq. Ottens (1926); W. Bielkine (1926); J. Lutz (1926). Op 19 juli 1919 verschijnt ook de eerste tekening van George van Raemdonck, die veel werk zal leveren vanaf 1920 en samen met zijn vriend A.M. de Jong, die van 1920 tot 1926 hoofdredacteur is van de Notenkraker, de strip Bulletje en Bonestaak in Het Volk publiceert. Op 4 september 1926 wordt de eerste bijdrage (zie scan) gepubliceerd van A.J. Funke Küpper, die vanaf nu tot zijn dramatische overlijden in 1934 nadrukkelijk zijn stempel zal drukken op het blad, m.n. dankzij zijn vaste plek op de laatste pagina. In 1927 treedt, na het vertrek van L.J. Jordaan een nieuw groepje tekenaars toe: Nico de Laaf, Walter, S.L. Schwartz, van Zalingen, Peel, Nico Baak, Kickhefer, H. Schotel, F. Erfmann, Ley, F.W. Michels, "Iwan" en een aantal oudgedienden komt regelmatig terug: Jeel, Jan Rotman, Jan Rot; in 1929 zijn nieuw: W. van der Walle, K. Koekkoek, Henk Melgers, M. Bleekrode en G. van Eck. 1930: Else Berg. 1934: P. van Reen.

A.M. de Jong is sinds 1933 terug als hoofdredacteur (tot de opheffing van het blad in 1936). Het blad is sterk gerestyled: terug naar 8 pagina's, groter formaat, beter papier, steunkleur! Geen blaadje meer maar een blad. Het beeld is prominenter dan ooit door gebruik van kleur.

In 1934 overlijdt Funke Küpper, wat groot wordt gebracht. Veel internationaal nieuws over ontwikkelingen in Duitsland en Italië. Het SDAP Plan. Tekstbijdragen van Job Steijnen. De wereld ziet er niet mooi uit.

Hierbij: twee oorspronkelijke pentekeningen van George van Raemdonck: de cover van het nummer van 14 september 1935 op de troonrede van Colijn voor 1935 (36 x 28 cm met detailaanwijzingen voor de drukker), en van het nummer van 22 december 1934 (de fraaie plaat "Beklemming", 42,5 x 29 cm).