Vrijwel alle basisscholen in Nederland hebben een interne begeleider. De acceptatie van deze functionaris is snel gegaan. Verwacht wordt dat de interne begeleider bijdraagt aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in de school. Het werk van de interne begeleider zou met name een positieve uitwerking moeten hebben op de wijze waarop leraren omgaan met verschillen tussen leerlingen in de groep. De verwachtingen zijn hooggespannen, maar hoe realistisch zijn ze?
In dit boek wordt het werk van de interne begeleider van verschillende kanten belicht. Het eerste deel geeft een overzicht van opvattingen en dilemma’s gebaseerd op onderzoek naar interne begeleiding. Tevens worden, aan de hand van onderzoek, enkele resultaten met betrekking tot de ontwikkeling van interne begeleiding geschetst.
In het tweede deel geven verschillende, direct bij de functie betrokken professionals hun visie op de kern van het interne begeleidingswerk: de taken van de interne begeleider, de manier van werken en de plaats van de interne begeleider binnen de school.
In het derde deel worden de bevindingen van het onderzoek, de verschillende praktijkervaringen en de resultaten van de met de betrokken auteurs gevoerde discussies in een breder perspectief geplaatst.
Dit boek is bedoeld voor directeuren, leraren, interne begeleiders, remedial teachers, onderwijsbegeleiders, opleiders, beleidsmedewerkers en schoolbestuurders. Het biedt studenten en aspirant interne begeleiders een brede oriëntatie op het werk, en draagt bouwstenen aan voor een brede discussie over interne begeleiding als middel om de kwaliteit en effectiviteit van het basisonderwijs te vergroten.
TANJA VAN BEUKÉRING is als pedagoog werkzaam bij het Gemeentelijk Pedologisch Instituut in Amsterdam. Ze ontwikkelt werkwijzen op het gebied van leerlingbegeleiding en handelingsgerichte diagnostiek en verzorgt onderwijs.