Er is grote weerstand tegen het gebruik van het woord manipuleren, het roept snel negatieve associaties op. Mensen zijn bang om gemanipuleerd te worden en ze worden boos als ze vermoeden dat zijzelf of anderen worden gemanipuleerd. Daarbij denken mensen dan dat ze geen invloed meer hebben op hun handelen. Tegelijkertijd bestaat er ook bij velen het besef dat we altijd bezig zijn met zaken naar onze hand te zetten en dat manipulatie dus de gewoonste zaak van de wereld is.
Door in dit boek de praktijkervaring en de wetenschap te combineren, geeft de auteur de lezer zicht op de achtergronden en toepassingsmogelijkheden van mindhacking. Bij mindhacking (het proces om mensen van A naar B te brengen waarbij B van te voren bepaald is) kunnen verschillende technieken worden toegepast. Mindhacking is gericht op het maximaal benutten van de hersencapaciteit om gedrag te beinvloeden. De angst voor manipuleren en het taboe erop probeert Van Aggelen met dit boek te doorbreken. Want: we kunnen mindhacking niet alleen in ons eigen voordeel gebruiken, maar ook voor het welzijn van anderen.
In dit boek combineert de auteur zijn ervaringen met de wetenschappelijke kennis over beïnvloeding en neuropsychologie. Ruim dertig jaar werkervaring met mensen die keuzes maken, keuzes moeten maken en keuzes vermijden levert honderden praktijkvoorbeelden van beïnvloeding. De wetenschap heeft met haar experimenten en onderzoeken mechanismen en patronen aangetoond die hun basis hebben in de werking van onze hersenen. De technieken van mindhacking die Van Aggelen in zijn boek de revue laat passeren zijn framing, priming, nudging, coping, choices en reinforcement.