Dit boek is geen gemakkelijke kost. Maar voor wie zich enigszins inspannen wil zal het resultaat van die inspanning zijn, dat hij het antibijbelse van de dusgenaamde theologieën of „oplossingen inzake de kwellende godsvraag" duidelijk ziet. De schrijver vraagt zich af, of de denkbeelden van de twee geruchtmakende auteurs niet achterhaald zijn, maar meent, dat hun invloed dusdanig nawerkt, dat bespreking nuttig is. Nu kunnen we zeggen, dat hun invloed nog springlevend is en ook in Nederlandse populaire boekjes mensen van God afvoert onder de schijn van over God te spreken. We denken o.m. aan „Twistgesprekken met God" van Van Ginkel. En voorts is waar wat ds. Van Dijk zelf schrijft:

„Een verschijnsel als het zogenaamde horizontalisme, het doen opgaan van het evangelie in de medemenselijkheid, ontwikkelingshulp is zonder het optreden van Robinson en Tillich niet te verklaren".

De auteur laat zien, hoe Tillich Robinson heeft beïnvloed en hoe achter Tillich weer de filosofie van het Duitse idealisme ligt, waarbij het denken van Schelling (gest. 1854) als de sleutel tot het verstaan van allerlei begrippen brede aandacht ontvangt. De schrijver toont aan, dat het oude modernisme van de vorige eeuw is gaan herleven. Het is alleen onbegrijpelijk, dat hij onbegrijpelijk acht, „dat, zo kort na het optreden van de „oceaanreus" Barth, gezien de kritiek van het rechts-modernisme, de richting van Robinson en Tillich zulk een geweldige invloed kon uitoefenen".