Met de groei van de tuinclubbeweging in het Zuiden in de vroege jaren van de twintigste eeuw, ontwikkelde zich ook interesse in het identificeren en vastleggen van de belangrijke tuinen en landschappen van de regio. In 1933 produceerde Atlanta's Peachtree Garden Club 1733–1933 Garden History of Georgia als erkenning van het tweehonderdjarig bestaan ​​van de staat.

Deel 1 van het boek, 'Georgia's Early Gardens', van Florence Marye, geeft 'een uitgebreid verslag van tuinieren in Georgië vanaf de dag van Oglethorpe, 1733, tot de modernste tuin van 1933.' Deel 2, een van de zeven publicaties die in de Ten zuiden van 1923 tot 1939 dat de gehele geschiedenis van de tuin bestudeerde, documenteert "Modern Gardens" zowel formeel als rustiek in alle fysiografische regio's van de staat. Deel 3, "Garden Club-projecten, institutionele tuinen, schooltuinen en campussen", toont indrukwekkende tuinen als de West View Cemetery van Atlanta en de campussen van Oglethorpe University, Berry College en de University of Georgia. Doordacht geïllustreerd met historische en historische foto's en tuinplannen, wordt het onderzoek aangevuld met een genealogie van Georgia-tuinen en een samenvatting van historische planten en plantstijlen.

Garden History of Georgia is een liefdevol document van de tuingeschiedenis van de staat die bekende openbare tuinen zoals Barnsley Gardens in Bartow County en het Andrew Low House in Savannah omvat, terwijl het een kijkje biedt in enkele van de meest indrukwekkende privétuinen van Georgië. Onderscheidend door hun verscheidenheid, omvatten de hier gedocumenteerde Georgia-tuinen iets meer dan tweehonderd jaar. Deze huizen en tuinen resoneren nog steeds met de moderne kijker omdat ze de mensen vertegenwoordigen die ze hebben gemaakt, hun relatie met de natuurlijke omgeving en een traditie van culturele expressie die vandaag de dag voortduurt.