'Wat eigenlijk jong-zijn beteekent, niet in den zin van een romantische geestelijkheid: openspringende knoppen, lente-tij, vrijheidsdrang enz. enz., maar in een meer zakelijken, ik zou haast zeggen: technischen zin, dat kan iedereen (uit het het ongerijmde) beleven bij een wedstrijd tusschen veteranen, vooral bij voetbal, hockey of waterpolo.
Kijk, we praten daar nu niet over om zoogenaamd in jullie sfeer te komen en den juisten toon te treffen, maar omdat we dit noodig hebben om den text van vanmorgen te verstaan - dus, we kijken naar die voetballende veteranen en wat zien we? hun baltechniek is goed, beter dan tegenwoordig meestal, het plaatsen is zuiver, het combineeren wel overlegd en goed doorgevoerd, maar ze zijn spoedig buiten adem, deze enthousiasten, ze zijn veel eerder moe, ze hebben geen Ausdauer. (...)'.
Het begin van preek IV onder de titel 'Vermoeienis'; vanuit Jesaja 40,30.31. "De jongen zullen moe en mat worden (...)".
Deze bundel preken is in extenso opgenomen in 'Verzameld Werk', deel 13, pg's. 31-136.
Hierin de interessante inleiding van Dieuwke Parlevliet over deze prekenbundel.
Naast de intussen vele verschenen delen van het 'Verzameld Werk' van prof.dr. K.H. Miskotte valt deze 'band' wel op, maar niet uit de toon.
In zijn Dagboek d.d. 30.03.1937 vraagt prof. Miskotte zichzelf -en vraagt het de kerkmensen!:
'Waarom is mijn 'Uitkomst' zo weinig ingeslagen?'.
Intussen is dit exemplaar wel er een van de eerste druk ...