J. Edgar Hoover, voormalig hoofd van de even beroemde als beruchte FBI, heeft tijdens zijn leven omvangrijke dossiers aangelegd van vele invloedrijke burgers van de Verenigde Staten. Als Peter Chancellor, schrijver van enkele goed-vekochte boeken, hoort dat Hoovers dood een gewelddadige was, ziet hij in dit gegeven een goed uitgangspunt voor een nieuwe roman. Chancellor gaat op onderzoek en stuit op vele namen. Van mannen en vrouwen in de hoogste regeringskringen, in de top van de massamedia en de inlichtingendiensten. hij komt tot de benauwende ontdekking dat zijn gefingeerde romanfiguren echt bestaan. Fantasie en werkelijkheid lopen zo nauw dooreen dat Chancellor het een niet meer van het ander kan onderscheiden. Zijn leven verandert in een nachtmerrie. Hij wordt achtervolgd. Er wordt op hem geschoten. Hij ziet mensen die op een afschuwelijke wijze zijn gemarteld en naar volledige kranzinnigheid gedreven. Hij ziet mensen sterven. Dan hoort hij een naam, "Inver Brass", een machtig syndicaat dat als een clandestiene regering beslissingen neemt voor de staat zonder dat de staat zelfs maar van haar bestaan afweet. Inver Brass blijkt achter de dossiers van Hoover aan te zitten, in een niets en niemand ontziende jacht. Als Chancellor ontdekt dat hij wordt gemanipuleerd, daat hij als lokaas dient om iets of iemand te ontmaskeren, is hij machteloos zich ertegen te verzetten...