VOORWOORD
Sinds de instelling van de Archeologische Begeleidingscommissie van Leiden, in november 1977, heeft deze commissie jaarlijks in haar jaarverslag
verslag gedaan van de ontplooide activiteiten op het terrein van het bodemonderzoek. Vanaf het begin is voor dat verslag een vorm gekozen, die het mogelijk maakte de resultaten van het archeologisch onderzoek binnen de
Leidse gemeentegrenzen te presenteren op een manier die zowel een breed publiek als de wetenschappelijk geschoolde archeologen zou aanspreken. De grote waardering voor de inhoud van de afgelopen zes jaarverslagen toont aan, dat dit een verstandige keuze is geweest.
Doordat, ondanks de inzet van slechts enkelen, het archeologisch onderzoek zich steeds uitbreidde , nam ook het jaarverslag geleidelijk in omvang toe. De financiële middelen in Leiden zijn echter nu eenmaal beperkt (enkele grote projecten konden bijvoorbeeld slechts dank zij een afzonderlijke financiering verwezenlijkt worden). De kosten van het jaarverslag dienen zoveel mogelijk beperkt te blijven om het eigenlijke onderzoek doorgang te laten
vinden. Daarom heeft het verslag dit jaar een kleine metamorfose ondergaan. Door te werken met een andere bladspiegel, met een uitgevulde regel
en met kleinere letters voor noten, literatuur en tabellen, is het mogelijk op
de omvang te bezuinigen, zonder het verslag in presentatie en inhoud aan
te tasten.
Het jaarverslag omvat het gebruikelijke overzicht van projecten waaraan
aandacht werd besteed. Dank zij bovenvermelde afzonderlijke financiering kon in 1984 een grootschalig onderzoek, ditmaal naar de middeleeuwse kloosters van St. Agnes en St. Michiel in de Camp, worden uitgevoerd. In het
jaarverslag neemt de publikatie van de resultaten van dit onderzoek dan ook een belangrijke plaats in. Daarnaast zijn bijdragen over onderzoek op uiteenlopende, andere terreinen opgenomen.
De redactie