VOORWOORD
Evenals in de afgelopen jaren is het ook thans weer een genoegen U hierbij het jaarverslag van de werkzaamheden van de
Archeologische Begeleidingscommissie, nu over het jaar 1981,
aan te bieden.
Ook dat jaar werden de door de Dienst Gemeentewerken uitgevoerde werken in en buiten de binnenstad archeologisch begeleid,
waardoor het o.m. mogelijk bleek enig licht te werpen
op de bouwgeschiedenis van een aantal waterbouwkundige werken.
Onderzoek bij door particulieren uitgevoerde sloop- en bouwwerken leverde, naast vele interessante gebruiksvoorwerpen
die een dankbare aanvulling betekenden van de bestaande collectie, een grote of kleine bijdrage aan de stadsgeschiedenis.
De forse toename van vaak gelijktijdig uitgevoerde werken had
tot gevolg dat alleen door grote inspanning van de commissieleden die zich met de dagelijkse archeologische begeleiding
bezig hielden, redelijke resultaten werden verkregen.
Gelukkig wordt in toenemende mate door de uitvoerende ambtenaren medewerking verleend archeologisch onderzoek mogelijk
te maken, waarbij vaak het inmeten van vondsten alsmede het
fotograferen ervan door hen wordt verricht.
Hoogtepunt van de activiteiten in dit jaar vormde het onderzoek in de Breestraat. Tijdens de aanleg van een 510 m lang
riool konden in een grote, diepe put de opbouw van de bodemlagen alsmede sporen van de vroegste
nederzettingsgeschiedenis van Leiden worden bestudeerd.
Hoewel het zeer verheugend was dat dit onderzoek onder leiding van de provinciaal archeoloog kon worden uitgevoerd,
werd in toenemende mate het gemis van een eigen stadsarcheoloog gevoeld.
Bij het gemeentebestuur zal dan ook bij voortduring op de
benoeming van zo'n professionele functionaris worden aangedrongen.
Teleurstellend was het te constateren dat het in het begin
1982 door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek uitgebrachte rapport "Het Bodemarchief Bedreigd" voor
Leiden slechts de onderzoekresultaten van de afgelopen 5 jaar
uitvoerig vermeldt. Vele van de onderzoekingen gedaan in de
voorgaande jaren worden niet vermeld, zodat een foutief beeld
is verkregen.
Dit klemt te meer omdat de opstellers van het rapport op dit
hiaat was gewezen.
Verheugend is het te constateren dat steeds meer vakspecialisten bereid zijn hun medewerking te verlenen aan het bodemonderzoek in Leiden.
ir. H.H. Vos, voorzitter.