Zeldzaam.
Prijamanah (een nooit ontsluierd pseudoniem), behandelt hier een liefdeskwestie tussen een Javaanse jongen en een Europees meisje. Voor die tijd een opvallende en uitzonderlijke roman. De titelfiguur is de zoon van de verlichte regent van Karanglawas, die zelf ooit twee jaar verlof in Nederland doorbracht. De zoon is de uitblinker op de Europese lagere school, en het toeval wil dat deze jonge Javaan naar Nederland mee kan reizen voor het gymnasium glansrijk af en grootambtenaarsexamen te Leiden. Daar ontmoet hij Jenny en bloeit de liefde op. Soedarsa wil protestant worden met instemming van zijn vaderen ouders Jenny.
Terug op Java en opnamen in het Europese bestuurskorps, ontvouwt zich het drama. Zijn stiefmoeder is jaloers op Jenny en probeert hem te verleiden. Dat faalt. Zij laat Jenny, har ‘rivale’ vergiftigen en Soedarsa probeert troost in zijn werk te vinden, domheid en ongeloof te bestrijden en het volk te verheffen.
Het lijkt erop dat de auteur inspiratie vond in de levensloop van Ismangoen Danoe Winoto, de eerste Indonesiër die in Nederland een hogere opleiding genoot. Hij trouwde met de dochter van de predikant bij wie hij in huis woonde. Hij trad in Europese bestuursdienst, maar kreeg niet de begeerde toegang tot het Europese Binnenlands Bestuur. Een bron van diepe teleurstelling (verkort uit Indische Letteren, 1987).
Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel, 3e druk, p. 218.
Buur, Persoonlijke Documenten, Nederlands-Indië / Indonesië, nr. 375.