In 1983 was het eerste succesjaar voor Tessa de Loo. Na haar debuut in Maatstaf verscheen haar eerste boek, de verhalenbundel De meisjes van de suikerwerkfabriek. De zes verhalen in deze bundel werden door de kritiek unaniem enthousiasme ontvangen. In 1994 behaalde de Loo een ongehoord succes van haar roman De tweeling, over de lotgevallen van twee vrouwen in Nederland en Duitsland tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog.
Vooral ook voor al de nieuwe Tesse de Loo-lezers brengt De Arbeiderspers nu eenmalig het complete verhalen- en novellenwerk van de schrijfster in één band. Behalve de verhalen uit De meisjes van de suikerwerkfabriek bevat deze bundeling de novellen Isabelle en Het rookoffer, het verhaal 'De vuurdoop' uit de AP-bundel 26 Verhalen en de korte novelle Het mirakel van de hond, die eerder in een speciale uitgave als briefboek verscheen.

De literaire kritiek over De Loo's verhalen:

...verhalen, die allemaal op geraffineerde wijze licht werpen op wat vrouwen ervaren in hun omgang met mannen. - Willem Kuipers in De Volkskrant.

Een trefzeker, absoluut ondebuutachtig stilistisch vermogen. - Rob Schouten in Trouw.

'De meisjes van de suikerwerkfabriek' laat zien dat Tessa de Loo goed kan schrijven; zij doet dat zorgvuldig, ze bouwt haar verhalen geraffineerd op, daarbij weet ze van begin tot eind de spanning erin te houden. - Atte Jongstra in De Gooi- en Eemlander.