Na 'de stalen storm van de industriële oorlog' was het idyllische landschap van de Westhoek in België getransformeerd tot een desolaat maanlandschap. De Eerste Wereldoorlog had tientallen dorpen en steden langs het front volledig van de kaart geveegd. Van de middeleeuwse stad Ieper restten nog slechts ruïnes; de velden errond waren bezaaid met granaatputten, mijnkraters, loopgraven, bunkers, smalspoorlijnen, prikkeldraad, oorlogsschroot en stapels onontplofte munitie. De discussie over het lot van Ieper - moest de stad een ruïne voor de Britse herdenking blijven, of worden teruggegeven aan haar bewoners? - sleepte lang aan, en maakte dat de wederopbouw pas na december 1920 van start kon gaan. Bevoorrechte getuigen Robert en Maurice Antony, van de bekende studio Antony d'Ypres, documenteerden met hun foto's de verwoesting en de wederopbouw van Ieper en omstreken: het ruimen van de slagvelden, de voorlopige begraafplaatsen, de terugkeer van de bewoners, de barakken en noodwoningen, het fronttoerisme, de vele herdenkingen en de inhuldigingen van begraafplaatsen en monumenten. Ofschoon veelal gericht op de verkoop van souvenirfoto's en prentkaarten, zijn de Antony-foto's van een uitzonderlijke artistieke kwaliteit, en van onschatbare documentaire waarde. Piet Chielens is coördinator van het In Flanders Fields Museum. Dominiek Dendooven is de curator van de Feniks-tentoonstelling voor het In Flanders Fields Museum. Jan Dewilde is conservator van de Stedelijke Musea Ieper en auteur van de vorige publicatie over de broers Antony, Godenschemering over Ieper, 2007.