Rubens was een man van superlatieven. Alles was 'te' aan deze kunstenaar-zakenman-diplomaat. Zijn loopbaan was te rijk, zijn succes te groot, zijn oeuvre te verscheiden en zeker ook te gezocht voor de huidige generatie. Die heeft het gemakkelijker met meer afgelijnde artiesten. De herkenbare Interieurs van Vermeer of de horror van Bosch, hoe complex en raadselachtig op zich, spreken onmiddellijk aan.

Met Rubens weten we minder vlot raad. Het lijk van Christus of het prikkelende vlees van zijn bloedeigen vrouw schilderde de meester met evenveel passie. Zijn drift om te scheppen werd steeds geleid door een scherp intellect dat hem toeliet de meest spitsvondige theologische en politieke commentaren in zijn doeken te steken. Rubens leidde een welvarend atelier dat duizenden kunststukken afleverde. Toch zit er In die enorme en veelzijdige productie een interne kracht. Dit boek brengt die aan het licht.

Als rode draad in het verhaal treedt Antwerpen op, de stad waarvoor Rubens koos en die hem inspiratie gaf. Een stad die zich midden in de draaikolk van de politieke en religieuze troebelen van die tijd bevond. In het Antwerpen van nu leren we Rubens' barokke taferelen kennen die op een spannende manier hemelse en aardse motieven verweven.
Venus en Madonna blijken vaak intieme bondgenoten.

Boordevol met kleurenillustraties, gedrukt op glad papier
wordt degelijk verpakt verzonden