HET GEPANTSERDE HART werd in het najaar van 1944 uitgegeven door De Distelvink in 375 exemplaren. Dit is no: 229
Onder de intellectueelen en kunstenaars, die zich tegen de onderdrukking verzetten, nemen schrijvers en dichters een waardige plaats in. Waarom verzetten zij zich? Jan Campert, slachtoffer van de terreur, geeft in Het lied der 18 dooden eenvoudig en klaar antwoord hierop. Hij was een van de weinigen, die nog de moed tot een lied hadden. Want hoewel aantal en omvang der reeds verschenen verzamelingen dit niet zouden doen denken - het viel moeilijk, deze toch zoo bescheiden bloemlezing te vullen" wanneer wij niet kritiekloos dicht en ondicht opnemen wilden. De ware dichter schijnt thans weinig tijd voor zijn handwerk te hebben. Een enkele maal slechts bespeelt hij den lier. Wij luisterden. De warmte van zijn genegenheid, het vuur van zijn opstand, vonden weerklank in ons hart.
Wij kennen van de meeste dezer gedichten de makers niet en waar dit wel het geval is, kunnen wij hun naam niet vermelden. Wij namen ze over uit verschillende ondergrondsche bladen en bundels. Uit de Vrije Kunstenaar kozen wij de gedichten Fenix, Lied der onderduikers, Doodvonnis, Drie Sonnetten, Octoberlied en De illegalen, uit Geuzenliedboek De poort en Eenzaamheid (fragment). In Berijmd Verzet vonden wij Herfst in Holland, in Ons Volk De Vooravond, in Vrij Nederland Lied voorden partisaan en in De Vrije Katheder 6 Juni 1944; Rebel mijn hart, en Het lied der 18 dooden behooren tot het werk van Jan Campert.