'De tijd draagt alle mensen voort op zijn gestage stroom'. Intussen zijn het wel de mensen, die geschiedenis maken. Ook de geschiedenis van de Kerk is mensenwerk. Mensenwerk, waarin iets mag doorklinken van eeuwigheidsernst. Mensenwerk, waarbij wij dienen te bedenken dat het uiteindelijk God is, Die de geschiedenis schrijft. Daaraan denken wij wanneer op 15 mei 1986 op sobere wijze het 150-jarig bestaan van de Gereformeerde Kerk van Bedum wordt herdacht.

Is het wel juist om in onze tijd, waarin wij 'Samen Op Weg' zijn met de Hervormde Kerk, stil te staan bij anderhalve eeuw Gereformeerden in Bedum? Wie over deze vraag goed nadenkt zal haar bevestigend beantwoorden. Immers: geschiedenis, ook de geschiedenis van de Kerk, is nu eenmaal niet uit te wissen. Evenmin kan zij overgedaan worden. Maar als wij ons erin verdiepen is het om ervan te leren. Van de goede dingen. Maar ook van de foute.

Er waren goede, vele goede dingen in deze anderhalve eeuw om dankbaar voor te zijn. Beschaamd constateren we evenwel ook vele foute zaken. Een vastlopen van verhoudingen, door aanwijsbare en niet-aanwijsbare oorzaken, waardoor broeders en zusters van éénzelfde huis uiteengedreven zijn. Wij leven in 1986 in een volslagen andere wereld dan die, waarin ons voorgeslacht heeft geleefd.

Het lezen van de geschiedenis der Kerk kan ons helpen om onze houding in de wereld van vandaag te bepalen. Ook daarom werd dit boek geschreven. Een woord van hartelijke dank aan de voorbereidingscommissie voor al het gedane werk is hier op zijn plaats. Speciaal denken wij aan de samenstellers van dit boek. Met veel toewijding hebben zij zich gegeven aan hun taak. De heer P. C. Steensma verzamelde gegevens door speurwerk in de archieven. En de heer J. van der Laan verwerkte en schreef het gevondene tot een leesbaar verhaal, dat nu in de vorm van dit boek voor U ligt.

Graag wens ik dit gedenkboek een goed onthaal toe. Voor de Kerkeraad Algemene Zaken van de Gereformeerde Kerk van Bedurn,
(G. van Halsema Thzn.)