In 1992 verscheen het eerste deel in de griezelserie Kippenvel van R.L. Stine. De serie groeide daarna uit tot een succes, met meer dan een miljoen verkochte boeken per maand in de VS, het land van herkomst van deze horrorauteur. Stine schrijft voor de jeugd en doet dat met overtuiging. Deze omnibus bevat twee van zijn langere verhalen.
Het eerste verhaal is Het masker. Romy Maarssen wordt op school gepest. Haar ergste pestkoppen zijn Philip en Britt, die er altijd in slagen haar voor schut te zetten. Op een dag is het zo erg, dat ze besluit de rollen om te draaien. Ze wil haar klasgenoten de schrik van hun leven bezorgen en dat moet gebeuren tijdens het schoolfeest. In een feestartikelenwinkel koopt ze een gruwelijk masker. Maar het is niet zomaar een masker. Het neemt bezit van Romy en maakt een ander persoon van haar, waardoor haar wraaklust niet te beteugelen is. Iedereen is bang voor haar.

We zijn niet alleen speelt zich af in het griezeldorp Donkerdam. Eva en haar broer Rik verhuizen naar een huis dat hun ouders van een onbekende oom hebben geërfd. Maar het is een spookhuis, want Britt ziet een jongetje verschijnen en verdwijnen. Dat is niet het enige mysterie. Hun hond Joris wil alsmaar naar het kerkhof en de dorpsbewoners vluchten hun huizen in zodra de zon dreigt door te breken. Het verhaal eindigt met een spectaculaire ontknoping.

Dit zijn inderdaad verhalen om kippenvel van te krijgen. Stine schrijft meeslepend, waarbij zelfs de weersomstandigheden lijken te veranderen met de gemoedstoestanden en de situaties. Elk hoofdstuk eindigt ook nog met een cliffhanger, zodat je blijft lezen. Dit zijn sfeervolle verhalen, vol spanning en gegriezel: heerlijk om op een ontstuimige avond te lezen.