Serie: De Kunstbibliotheek. Wat er schuilgaat achter gebaren en uitdrukkingen. Leonardo da Vinci zag schilderijen als gedichten waarin de woorden vervangen zijn door de taal van het lichaam. Gelaatsuitdrukkingen, houdingen, gebaren, bewegingen, de plaats die een figuur inneemt in de picturale context: ze vormen een groot onlosmakelijk geheel van betekenissen en spelen dus een belangrijke rol om een kunstwerk volledig te begrijpen. Soms zien we hun betekenis meteen. Maar vaak is een grondige analyse nodig van de figuur in zijn geheel en de opbouw van het werk om de betekenis van een gebaar of een uitdrukking te vatten. Dit boek staat vol met boeiende analyses, telkens overvloedig geïllustreerd. Het geeft u een goed beeld van het gebruik van de lichaamstaal in de kunst en de symboliek die er achter schuilgaat. Het boek is onderverdeeld in zes overzichtelijke hoofdstukken die elk een bepaalde categorie van gebaren behandelen, zoals expressieve gebaren, wanhoopsgebaren en obscene gebaren. Een zevende hoofdstuk werpt een interessant licht op de uitgebeelde gebaren en houdingen tijdens het gebed of in voorstellingen van visioenen. Het laatste deel is gewijd aan de fysiognomie, die de geheimen van de menselijke geest probeert te ontsluieren door lichaamshoudingen en gezichtsuitdrukkingen met elkaar in verband te brengen. U ziet hoe kunstenaars lachende, huilende, woedende of peinzende uitdrukkingen tot leven wekten. En u leert hoe ze zich ten dienste stelden van de geneeskunde, met hun tekeningen van geesteszieken. Kortom: dit boek helpt u op onnavolgbare wijze om een kunstwerk nog beter te begrijpen. En tegelijk geeft het u een beter inzicht in het leven zelf.