(bron: Nationaal Archief) Joop H. Wijnand (1901-1976) rondt in 1917 de Zeevaartschool af en begint in 1918 als leerling-stuurman op de S.S. Kennemerland op de lijn Amsterdam-New York-Philadelphia. In de VS ondervindt hij de anti-Nederlandse agitatie naar aanleiding van het door de Nederlandse regering verleende politiek asiel aan keizer Wilhelm II.Na een korte periode werkzaam te zijn geweest op de Landbouwbank, richt hij omstreeks 1920 eeneigen firma van arbitrage in effecten op. Wijnand speculeert in die jaren op de effectenbeurs van Amsterdam. In 1935 gaat de firma failliet. Over zijn beurservaringen schrijft hij in 1944 een boek: 'Damrak'.In 1935 wordt hij financieel-economisch journalist bij De Telegraaf; daarnaast geeft hij een sportblad uit, waarbij hij ook journalistiek betrokken is. Tijdens de bezetting raakt hij betrokken in de illegaliteit. Wijnand onderhoudt onder andere via zijn neef P. Rodenburg contacten met het Parool. Rodenburg wordt op 18 september 1944 door de Duitsers gefusilleerd.Van 1945 tot en met 1949 is hij hoofd van de Economische Voorlichtingsdienst, daarna keert hij terug als financieel redacteur bij De Telegraaf. In 1953 wordt hij hoofd van de persdienst van Unilever. Een groot aantal interne publicaties zijn te vinden in het bedrijfsarchief van Unilever.Na zijn pensionering bij Unilever is Wijnand vanaf 1966 werkzaam als hoofd Economische Voorlichting van de Economische Hogeschool Rotterdam. Tenslotte werk hij nog van 1971 tot en met 1974 als adviseur public relations en financiën bij de Koninklijke Nederlandse Papierfabriek.Wijnand werkt van 1974 tot en met 1976 aan een autobiografie met als titel "Nieuws was mijn vak".Hij weet daar echter geen uitgever voor te vinden.